André Stelder (Cordaid) blogt uit ebola-gebied
André Stelder helpt hij bij het opzetten en uitvoeren van een ebola preventieprogramma in Liberia. Hij schrijft in deze blog hoe de ebola-crisis heeft gezorgd voor ‘gebrek aan bijna alles’. Er is ook goed nieuws te melden over een nieuwe voetbalclub: ‘Na een half jaar thuis zitten zijn de jongens en meisjes weer druk aan het trainen. Soms met een lege maag, maar wel met nieuwe verwachtingen voor de toekomst.’
De tijd dat de straten leeg waren en alleen ambulances met loeiende sirenes heen en weer flitsten zijn voorbij. Er zijn nog altijd meer ambulanceritten dan vóór de crisis, maar daarbij gaat het steeds vaker om ‘verdachte gevallen’ die later gewoon malaria of dysenterie blijken te hebben.
Om de dag is er een bijeenkomst waar NGOs, de VN en Ministeries samenkomen om de laatste cijfers te horen van nieuwe besmettingsgevallen en sterfgevallen. Gelukkig neemt het aantal uit het behandelcentra ontslagen en gezond verklaarde overlevenden toe. En natuurlijk zijn er de mensen die na observatie de diagnose ‘geen ebola’ kregen.
Per dag zijn er nu zo’n 0 tot 3 gevallen waar ebola bevestigd wordt na laboratoriumonderzoek. In september waren dat er soms bijna 100. Slechts twee provincies, Monrovia en Grand Cape Mount aan de grens met Sierra Leone, hebben de afgelopen week enkele nieuwe gevallen gerapporteerd.
Gevaar
Daar schuilt nu het gevaar. 13 provincies hebben 0 gevallen van zelfs maar verdenking van ebola gerapporteerd. Dat betekent dat er zich in al die provincies niemand met hoge koorts, diarree en hoofdpijn bij een kliniek heeft gemeld. En dat in een land waar malaria endemisch is. Er zouden eigenlijk honderden verdachte gevallen gerapporteerd moeten worden.
Zorgzoekend gedrag veranderen
Hieruit blijkt dat mensen niet naar de kliniek gaan als ze ziek zijn. Dat is gevaarlijk en er is nog veel werk te doen in de gezondheidsvoorlichting om het zorgzoekend gedrag van de mensen te veranderen. Dat vergt steeds meer overtuigingskracht en professionaliteit van de voorlichters. Omdat er niet meer zoveel ebolapatiënten en sterfgevallen zijn, zien de mensen de ernst van preventief gedrag niet meer als dringend. Dus moeten wij onze voorlichters extra goed trainen om die noodzaak duidelijk te maken. Pas als er in het hele land 6 weken lang niet één ebolapatiënt is, wordt het land ebola-vrij verklaard door de Wereldgezondheidsorganisatie. Zover is het nog lang niet. Experts verwachten dat er nog tot eind 2015 infectiehaarden kunnen bijkomen.
Veranderde situatie
Caritas Liberia schreef het ebola respons plan van de Katholieke Kerk in de hoogtijdagen van september en oktober. Inmiddels is de situatie veranderd en passen we onze plannen aan. Er zijn minder patiënten en gezinnen die onder quarantaine gesteld worden en méér ebola-overlevenden en helaas ook veel ebola-wezen.
Platgebrand huis
Overlevenden die weken of maanden geleden uit hun huis zijn weg gehaald door mensen in beschermingspakken, keren terug naar hun woonplaats. Ze zien dat hun hele huis met alle persoonlijke bezittingen erin, zijn platgebrand. Het was de enige manier waarop angstige gemeenschappen dachten ebola te kunnen bestrijden. Besmette huizen en spullen moesten worden verbrand. Het doet denken aan de Middeleeuwen in Europa en aan wat er met pest-besmette woningen gedaan werd. Na de emotioneel belastende periode van ziekte, opname in de ‘sterfkampen’, na het verlies van gezinsleden die het niet redden, na de euforie van het overleven… kom je thuis en zie je dat je huis is afgebrand. Alles is weg. Geen huis, geen kleren, geen werk of inkomen. En de buren zijn bang van je. Daar moeten we dus iets aan doen en het is onder andere op deze schrijnende situaties dat we ons nu gaan richten.
Weeskinderen
Dan zijn er de vele ebola-wezen. 500 zijn er alleen in de provincie Lofa geteld. Er zijn niet genoeg weeshuizen om ze op te vangen. Kort lopende noodhulpprojecten kunnen niet voldoen aan de langdurige behoefte aan opvang voor wezen. Een weeshuis kun je niet na 6 maanden weer opheffen.
In Liberia, waar de uitgebreide familie en de gemeenschap nog gewend zijn om zelf voor opvang van wezen te zorgen, ligt het voor de hand om te onderzoeken of de kinderen ter plaatse opgevangen kunnen worden. Maar de ebolacrisis heeft geleid tot aan gebrek aan zo’n beetje alles: mensen hebben geen voedsel en ook geen geld meer om extra kinderen op te vangen. Gezinnen hebben ingeteerd op hun reserves. Extra steun is hard nodig. In de eerste plaats voor het schoolgeld en schoolspullen (wat altijd al een kopzorg is in de meeste gezinnen). Dan moeten zulke gezinnen ook in staat gesteld worden hun levensonderhoud weer op te pakken zodat ze ook op langere termijn genoeg inkomen hebben. In de meeste gevallen is dat zelfverzorgende landbouw. Boeren kunnen met rijstzaad en handgereedschap hun productie weer op gang krijgen. Ambachtslieden en kleinschalige handelaars hebben baat bij maatwerkondersteuning. Genoeg te doen dus.
Waikiki Boys (and Girls)
Is er nog goed nieuws? Ja, de sinds kort ook door Cordaid ondersteunde voetbalclub ‘Waikiki-boys’ speelt vandaag de eerste oefenwedstrijd in de opmars naar de derde divisie. Na een half jaar thuis zitten zijn de jongens en meisjes weer druk aan het trainen. Soms met een lege maag, maar wel met nieuwe verwachtingen voor de toekomst.
Nieuwsoverzicht