Bezoek aan Syrië
Merlijn Stoffels reist namens het Nederlandse Rode Kruis af naar Syrië. Hij spreekt met hulpverleners die dag in, dag uit levensreddende hulp verlenen aan de miljoenen mannen, vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van het gruwelijke geweld in hun land. Lees hieronder de eerste twee delen van zijn blog.
Blog 19 april 2013 – gemengde gevoelens
Met gemengde gevoelens vertrek ik vandaag naar Syrië voor een bezoek aan mijn collega hulpverleners. Aan de ene kant ben ik bevreesd voor wat ik ga zien en ga horen. Zoveel gewonden, doden, vluchtelingen en huizen kapot geschoten. Zo weinig voedsel, schoon drinkwater, medicijnen en zo weinig perspectief op een verbetering van de situatie. Aan de andere kant ben ik benieuwd naar de ervaringen van de hulpverleners van de Rode Halve Maan en het Rode Kruis, die al twee jaar lang miljoenen slachtoffers zo goed mogelijk proberen te helpen.
Mijn vertrek zorgde voor bezorgde reacties van vrienden en familie. Begrijpelijk, maar ik ga een paar dagen. De Syriërs leven al ruim twee jaar met deze angst. Staan we daar in Nederland genoeg bij stil? In mijn koffer heb ik zoveel mogelijk kledingstukken gestopt met een rood kruis logo erop. Of dat helpt is de vraag. Vorige week nog werd een hulpverlener van de Syrische Rode Halve Maan doodgeschoten tijdens zijn werk. Inmiddels zijn sinds het begin van het conflict 18 vrijwilligers om het leven gekomen.
Vorig jaar bezocht ik Syrië ook. Toen viel me het enorme contrast op tussen de gastvrijheid van de bevolking en de bruutheid van de gevechten. Ook de gedrevenheid van de 11.000 vaak jonge hulpverleners van de Syrische Rode Halve Maan maakte een diepe indruk. Zou er iets over zijn van die stille kracht van deze getergde bevolking in het prachtige land?
Blog 20 april 2013 – rauwe werkelijkheid
Vanmorgen vertrokken we vanuit een fris en regenachtig Beirut naar Damascus. Een prachtige route door het hooggebergte. Je zou bijna vergeten dat we onderweg zijn naar een land in oorlog. We passeren de grens. Met een auto van de Syrische Rode Halve Maan en met een visum gaat het allemaal relatief snel. We rijden onder foto’s van Assad en zijn vader door met de tekst “Welkom in Syrië”.
Onderweg naar Damascus passeren we meer dan 10 wegversperringen. Vorig jaar konden we hier nog gewoon doorrijden. Steeds weer worden kofferbakken gecontroleerd door militairen. De raketten die we horen afschieten noemt onze chauffeur ‘muziek van Damascus’. In de enorme hal van ons hotel hangt een videoscherm met filmbeelden van een hotel vol met mensen. Surreëel. Wij zijn bijna de enige gasten.
’s Middags laten we ons bijpraten door hulpverleners van het Internationale Rode Kruis. Tijdens het gesprek horen we steeds raketten afschieten en bommen ontploffen. Niet in de stad verzekeren ze ons, maar wel in de buurt. De oppositie groepen zijn nog maar slechts zes kilometer van het centrum. Grote delen van de buitenwijken rondom Damascus zijn al in handen van de oppositie.
Twee weken terug vielen mortiergranaten in de wijk waar kantoren van het Rode Kruis gevestigd zijn. Hulpverleners moesten uren onderduiken. Op het moment van ons bezoek worden voor de veiligheid ijzeren luiken op de ramen bevestigd.
Terug in het hotel zou je bijna vergeten dat het oorlog is in Syrië. Alles werkt water, licht en internet. Het geluid van de bommen brengen je terug in de rauwe werkelijkheid. Gelukkig niet te dichtbij, dus maar rustig gaan slapen.
Nieuwsoverzicht