Na een week voorbereiding in Nederland, Londen en het kantoor in Monrovia is het nu tijd om naar het hart van Liberia te reizen. Naar het hart van de ebola-uitbraak in Liberia. Ik ga naar Bong, een district midden in het land waar de meeste besmettingen zijn. Save the Children heeft hier een behandelcentrum voor ebola patiënten en een laboratorium waar bloedtesten worden uitgevoerd.

Ik was in februari van dit jaar in Bong voor de feestelijke opening van een opvanghuis voor meisjes. Slechts een paar weken later moest het centrum gesloten worden wegens de ebola-uitbraak. Ik ben benieuwd hoe het met de meisjes gaat en hoe de gemeenschap omgaat met het virus.

Het is zo’n vijf uur rijden naar Gbangka, de hoofdstad van Bong. Onderweg zie ik heel veel informatieborden over ebola en op veel plekken staan watertanks met chloorwater. Scholen liggen er verlaten bij, net als overheidsgebouwen. Beide zijn dicht sinds de uitbraak van het virus. Maar er lopen gewoon mensen op straat en winkeltjes zijn open.

Zo op het eerste oog lijkt er niet veel aan de hand als je niet beter zou weten. Dat is ook zo bijzonder aan deze ramp: je ziet hem niet. Hij waart onder de oppervlakte en kan op elke plek opduiken. Soms is een plek een tijdje rustig, om via een enkele voorbijganger een half dorp te besmetten.

Morgen ga ik met onze collega’s in het veld op pad om ebola recht in het gezicht aan te kijken (vanaf gepaste afstand wel te verstaan).

Sabine Copinga (40) is persvoorlichter en storyteller bij Save the Children. Ze is vanaf 8 november t/m 28 november in Liberia om verslag te doen van de ebola-ramp voor Giro 555. Volg Sabine op twitter voor de laatste updates:@striplec