CARE: “Acht trucks, drie dagen, duizenden mensen”
Laura Sheahan reist op Panay mee met een karavaan hulpgoederen van CARE. Er is geen licht, geen stroom, en de katten hebben de gedroogde vis opgegeten.
“Acht trucks, drie dagen, duizenden overlevenden. Dat zijn de feiten waar we mee te werken hebben. We zijn bezig met een serie snelle voedseldistributies op het eiland Panay. Hier heeft tyfoon Haiyan huizen platgegooid en werkgelegenheid vernield. Mensen die geld hebben – en dat zijn er niet veel – staan voor de keuze: eten kopen of het dak repareren.
De voedseldistributies zullen een deel van de druk verlichten. Naast de gymzaal stapelen de zakken voedsel, aangeleverd per truck of per kleine motor-met-zijspan, zich op. Tientallen vrijwilligers pakken het eten om naar pakketjes die zo aan een familie kunnen worden uitgedeeld. In ieder geel zakje gaat rijst, sardines, blikjes vlees, noodles, bonen, suiker en olie om te koken. Er is ook wat gedroogde vis, hetgeen tot een klein probleem leidt als er ’s nachts katten het gymzaaltje binnenkomen. Maar de volgende ochtend staan er toch acht trucks, volgeladen en klaar voor vertrek.
We beginnen aan de westzijde van het eiland. De storm kwam uit het oosten, dus aan deze kust is er minder schade. Dat is een schrale troost voor Myra, een vrouw uit het dorpje Laua-an. Zij barst in tranen uit als ze ons haar platgeslagen huis toont. We geven haar een gele tas met eten en proberen haar te troosten voordat we weer op weg gaan.
Een dorp verder zien we een uit elkaar gevallen rijstmolen; zelfs als boeren dus rijst zouden kunnen oogsten, dan kunnen ze de rijst nog niet verwerken. Ik spreek met een vrouw die Cherry heet en ons haar huis laat zien. Vier sterke muren staan nog overeind. We kijken op en zien de open lucht – geen spaander van haar dak is nog heel. We spreken ook met Roderick, een man van 32 met polio die ondanks zijn problemen met zijn linkerbeen de storm overleefd heeft. “We renden van boom naar boom,” zegt hij. “Het was moeilijk. Ik ben drie keer gevallen.”
Noordwaarts de kust volgend komen we aan bij het gemeentehuis van Culasi, waar duizenden waterflessen opgeslagen liggen. Het water is bestemd voor een eiland vijf uur per boot verderop, waar dorpelingen leven van het oogsten van zeewier. De tyfoon heeft het eiland zwaar getroffen en zij drinken nu regenwater. “Als het niet regent, hebben we geen water”, aldus een eilandbewoner. Omdat er geen geld was voor brandstof voor de boot konden de flessen niet naar het eiland gebracht worden. Care betaalt het geld – enkele honderden dollars- en het water wordt naar het strand gebracht, klaar voor de boot.
Met iedere distributie verlaat een truck onze karavaan en keert terug naar het startpunt. Op dag twee zien we nog meer verwoestingen, ontwortelde bomen, omgevallen electriciteitsmasten. We spreken een man die zijn hele kokosnoot-oogst zag wegwaaien. Dat was dus 2000 pesos, vijftig dollar. Een oude vrouw wier huis beschadigd is zegt dat ze het geld voor reparaties zal lenen tegen haar toekomstige rijstoogst. Ze loopt het risico dat de rijsthandelaar haar een hoge rente zal rekenen. Er zijn altijd mensen die weten te profiteren van kwetsbare mensen. Dat is ook een reden waarom het goed is om voedsel uit te delen – het voorkomt dat mensen dit soort wanhopige keuzes moeten maken.
Dag twee, ‘s middags, stappen we in twee boten om kleine eilanden aan de kust van Panay te bereiken. De dorpsbewoners leven van de visserij; ze kweken tilapia, garnalen en krab. De tyfoon verwoestte de kweekvijfers en spoelde de vissen weg. Mensen hijsen de zakken met eten uit de wankele boten en brengen ze over modderpaden vol wrakhout naar het dorp.
Wij spoeden ons terug en trekken verder, langs de noord-oostkust, het zwaarst getroffen gebied van Panay. Hele velden met palmbomen zijn platgeslagen, electriciteitsdraden en telefoondraden hangen over de weg en we zien rieten daken op de grond liggen tussen de restanten van huisjes.
Aan het einde van de dag wordt het donker; er is geen electrisch licht, geen stroom en steeds minder bereik voor onze telefoons. We weten uit assessments dat in het plaatsje Sara de situatie ernstig is. Daar komen we morgen. Het laatste stukje van onze reis zou best wel eens het zwaarste kunnen worden.”
Nieuwsoverzicht