Ebola geldt als doodvonnis als een behandeling te laat komt. Toch zal van de huidige 15351 ebola-gevallen ongeveer de helft het virus overleven. Veel tijd om bij te komen hebben zij niet. Overlevenden zijn immuun voor ebola en worden direct ingezet als hulpverlener. Ze worden niet altijd met open armen ontvangen door hun omgeving. Korto (25) uit Liberia vertelt wat er gebeurde toen ze genezen werd verklaard: “Ik voelde me een outcast en werd ebola-girl genoemd”.

Korto is drie maanden geleden uit een ebola-behandelcentrum in Monrovia ontslagen. Ze verloor haar moeder en nog vier andere familieleden aan het virus.  “Mijn zus werd als eerste ziek. We hadden niet in de gaten dat het om ebola ging. Pas toen ze stierf wisten we wat er aan de hand was.”

“Toen ik koorts kreeg, ben ik meteen naar een ebola- behandelcentrum gegaan. Ik wilde niet net zo eindigen als mijn zus. Omdat ik er heel vroeg bij was, ben ik niet heel erg ziek geweest. Mijn familieleden wel. Mijn moeder is in mijn armen gestorven. Op een gegeven moment lag ik tussen 15 overleden mensen. Ik zei tegen mezelf ‘Ik weiger te sterven, ik weiger te sterven’.”

“Ik zag veel mensen in het behandelcentrum die hallucineerden. Ik begrijp wel dat veel mensen de verpleegsters in de beschermende pakken als geesten of monsters zien. Als je zo aan het hallucineren bent, dan kan je niet meer denken.”

In winkels mocht ik niet meer komen en ouders hielden hun kinderen angstvallig bij me vandaan.

“Na mijn ontslag uit het behandelcentrum werd ik als outcast behandeld door mijn omgeveing. In winkels mocht ik niet meer komen en ouders hielden hun kinderen angstvallig bij me vandaan. Ze noemden me ebola-girl. Alsof het een scheldwoord is in plaats van een virus.”

Ik ben er van overtuigd dat God me heeft laten overleven om een reden. Daarom werk ik nu in een opvangcentrum voor kinderen. Ik ben een ebola overlevende, dus ik kan niet meer besmet raken met dezelfde variant van het virus. Maar er zijn meerdere soorten van het virus, dus helemaal zonder gevaar is het niet.”

De kinderen waar Korto voor zorgt, blijven 21 dagen in het opvangcentrum. Als (één van) hun ouders het overleefd heeft, kan het kind terug naar huis. Als beide ouders zijn overleden, gaat het kind naar een familielid en anders wordt het in een pleeggezin of kindertehuis geplaatst.

Bekijk hier de oproep van Korto aan mensen in Nederland: ‘De strijd is hier nog niet voorbij. We hebben uw steun nodig’: