Een huis bouwen in Dabaab en een kind begraven
Vanmorgen heeft Isnino Siyat, 22 jaar en moeder van 2 kinderen, een huis gebouwd. Eigenlijk is het meer een hutje. Ze heeft het gemaakt van stokken en takken ze die heeft gehaald uit het vuil van het Dadaab vluchtelingenkamp in Kenia – nu het thuis van 400.000 mensen. Isnino bedekt de takken met stukjes doek en jutezakken die ze heeft geleend. Isnino is een nieuwe vluchtelinge uit Somalië. Ze ontvluchtte het conflict en de droogte in Somalië en koos voor een vluchtelingenstatus in Kenia en een klein stukje land om haar leven opnieuw te beginnen. Een zware beslissing voor Isnino, want het is niet niets om je geboorteland achter te laten en te kiezen voor een onzekere toekomst.
Een kampeertocht die verschrikkelijk mis is gegaan
Een World Vision-medewerker vertelt: “Als je rondkijkt in het kamp zie je alleen maar hutten gemaakt van takjes, af en toe een waterpunt, latrines of sanitaire voorzieningen om te wassen. Het ziet er allemaal uit als een kampeertocht die verschrikkelijk mis is gegaan.” De wind is overal en pakt de rode droge stoffige aarde op. Iedereen staat constant met de rug naar de wind en bedekt het gezicht. Maar de droge stof is overal en het vindt zijn weg in de vluchtelingententen en hutjes. Het vuil zit onder nagels en in neuzen, monden, ogen en oren. De rode aarde is het enige wat in overvloed is in dit kamp, vol met tenten en geïmproviseerde hutten.
Karkassen liggen in verschillende staat van ontbinding langs de weg
Er komen nu zo’n 1500 vluchtelingen per dag binnen in het kamp in Dadaab. Ze komen meestal lopend en brengen soms ezels met karren mee, tenminste… als hun ezels nog niet dood zijn gegaan. Karkassen liggen in verschillende staat van ontbinding langs het pad. De aarde zelf is als een zandstrand en zacht. Het is moeilijk om er door heen te lopen of te rijden. Zelfs voertuigen met reliefbanden slippen en glijden. De droogte maakt alles moeilijker. Gezinnen nemen mee wat ze kunnen dragen uit hun geboorteland. Aaron Komen werkt als medewerker in het Dadaab kamp. Hij vertelt dat er grote problemen zijn. “De uitdagingen zijn nu ondervoeding, onderwijs, gezondheidszorg, en de aantasting van het milieu”, zegt hij. “Bomen worden gebruikt als brandhout en om houtskool te maken. En bomen worden gekapt om schuilplaatsen te maken.” Als er op een later moment regen zal vallen, zijn er geen bomen meer om het vocht vast te houden, en zal de regen makkelijk alles wegspoelen.
Het is moeilijk om materiaal te krijgen voor je hutje
Bomen kapppen is precies wat Isnino heeft gedaan vandaag. Omdat ze niets heeft mee kunnen nemen, moest ze gebruiken wat de natuur haar biedt. “Ik ging op zoek naar een struik en neem het mee”, zegt ze. De takken heeft ze vastgezet in de grond om zo een hutje te maken. Ze kreeg van andere vluchtelingen wat oude graanzakken en stukjes doek om de stokken te bedekken. Een haveloze mat ligt op de vuile vloer. “Het is moeilijk om iets te krijgen”, vertelt ze. “Ik ben nieuw in dit kamp en ik ken niemand. En iedereen wil graag wat hebben voor een hutje.” In Somalië had ze een beter huis. “Ik woonde in een huis dat veel groter was. Het was gemaakt van modder, koeienmest en had een rieten dak. Het was sterk en beter tegen de wind beschermd.” Ze kijkt naar oudere nederzettingen in het kamp waar de mensen wonen in tenten die door UNHCR zijn neergezet. “Ik heb geen hoop dat ik een tent krijgen”, zegt ze. In haar blik zie je de wanhoop, ze zou heel graag een tent willen.
“Het is hier erger dan ik gedacht had”
“Ik heb niets, zelfs niet een emmer om water te halen,” zegt ze. “We liepen uit Somalië naar hier. We konden alleen maar onze twee kinderen meenemen.
Mijn hele lichaam doet pijn, ook mijn benen. We kwamen met de kleding die we dragen,” zegt ze. Dat is alles wat ze heeft. Voor Isnino is verhuizen naar Dadaab vanuit Somalië geen makkelijke stap. “Daar had ik een huis. We hadden een boerderij, ook al zou er niets zou groeien. Het is erger hier dan ik gedacht had. Ik ben teleurgesteld en bang en ik hoop op iets beters. Ik had nooit gedacht dat ik zou leven in een vluchtelingenkamp”, zegt Isnino. Maar de moeder van de twee kinderen is praktisch. “Op een dag kan ik hulp krijgen. Ik heb niets, maar ik heb hoop.” Ze voegt er zachtjes aan toe: “We zullen vanavond niets te eten hebben”. De familie had geen andere keuze dan te vluchten naar Dadaab vertelt ze. “Ik verliet Somalië als gevolg van droogte en honger. De droogte was verschrikkelijk, juist ook voor ons vee op de boerderij. Er was niets voor hen om te grazen, en ze stierven één voor één de afgelopen maanden. Ik ben echt bezorgd over de toekomst van mijn kinderen en die van mezelf”, zegt ze.
Hij is bezig met een hartverscheurende taak: het wassen van het lichaam
De man van Isnino kan haar niet helpen bouwen met hun “huis” vandaag. Hij is bezig met een hartverscheurende taak: het wassen van het lichaam van zijn neefje, Ibrahim. Hij is twee dagen geleden overleden. “Dat kwam door de honger”, zegt Isnino. Ibrahim, 3 jaar oud, stierf in een noodkliniek in Dadaab. Hij maakte dezelfde reis het gezin van Isnino, maar zoals zo velen, kwam hij ziek, hongerig en zwak aan het in het kamp. De dag eindigt bij het graf van Ibrahim. Isnino haar man is er niet. Hij probeert tegen beter weten in het water te vinden om het kleine lichaam van Ibrahim te wassen. Mannen zijn om de beurt vuil aan het wegscheppen voor het graf van Ibrahim. Het rode vuil vermengt zich met het zand in de lucht. De wind neemt het op, en het maakt de hemel rood. De doodgravers werken temidden van dertig grafheuvels, variërend in grootte. Er zijn grafheuvels met de afmeting voor volwassenen. En er zijn kleine terpen, bedoeld voor kinderen… er zijn heel veel kleine terpen…. Alles wordt bedekt met doornstruiken, zodat wilde dieren niet gaan knagen aan de lijken. De mannen zeggen dat dit het derde kind is dat ze hebben begraven vandaag. Elk nieuw kamp zou een plek moeten krijgen om te begraven, maar er zijn te veel mensen, te weinig ruimte en er sterven er te veel.
World Vision voorziet in basisbehoefte als tenten en kookgerei
World Vision assisteert in het kamp, en helpt nieuwe vluchtelingen, zoals Isnino met basisbehoeften, zoals tenten voor beschutting en potten en pannen om te koken.
Aaron Komen, een van de medewerkers, is blij dat deze nieuwkomers binnenkort hulp krijgen. “Deze mensen hebben echt hulp nodig”, zegt hij. “Alle hulp is welkom”, en hij voegt toe: “World Vision heeft een hoop werk te verwachten.”
Nieuwsoverzicht