Somalische vluchtelingen die de ergste droogte in 60 jaar in hun land ontvluchten, vullen de kampen in Ethiopië. De noodzaak een extra kamp toe te voegen aan de huidige vier locaties van Dolo Ado wordt steeds groter. Het vierde kamp Hilowen is inmiddels open en geeft onderdak aan 40.000 mensen. Binnen twee weken zal de beslissing vallen of er nog een kamp nodig is vertelt de landencoördinator Ethiopië van een ICCO en Kerk in Actie-partner uit de ACT Alliance.

Hij vertelt dat de aanblik van de kampen overweldigend is. “Mensen leven hutje mutje bij elkaar in tenten. Er zijn mensen die zelfs geen tent hebben. Sommigen hebben hun eigen behuizing gebouwd met behulp van takken en doeken. In de tenten liggen ondervoede kinderen. De bodem van het kamp Hilowen is hard en ligt vol stenen en rotsen. Daarom is het moeilijk om latrines te graven. We wachten nu op grondwerkers uit Addis Ababa.”

Een uitbraak van mazelen heeft erin geresulteerd dat nieuwe vluchtelingen eerst ingeënt worden voor ze het transitcentrum verlaten naar Hilowen. Er komen nu minder nieuwe vluchtelingen dan een paar weken geleden: 200-300 per week. “Maar dit aantal kan weer oplopen.”

“De meest urgente behoefte in het transitcentrum zijn extra watertappunten en een plek waar mensen hun kleren kunnen wassen”, vertelt hij. Hoewel de hulp vanuit de internationale organisaties op gang is gekomen, blijft de behoefte aan extra hulp groot. ICCO werkt met de lokaal aanwezige leden van ACT Alliance samen in Dolo Ado op het gebied van water en sanitaire voorzieningen. Onder andere voor de aanvoer per truck van 80.000 liter water per dag en het upgraden en repareren van waterpompen.