“Het leven stond even stil”
Siham (67) woonde en werkte in een gebouw dat door de explosie in Beiroet verwoest is. Ze raakte zwaar gewond en slaapt sinds de ramp op straat, omdat ze haar huis niet meer in kan.
“Ik slaap nu al drie nachten op straat”, vertelt Siham Tekian. “In de nacht van dinsdag op woensdag, net na de explosie, kwam ik terug uit het ziekenhuis. Omdat ik mijn huis kwijt ben, pakte ik een plastic stoel en daarop viel ik in slaap, ergens op de stoep. Gisteravond brachten een paar jonge mensen een bank die ze op de stoep neerzetten. De bank was stuk en vies, maar het was beter dan niks. Vannacht slaap ik ook weer buiten”, zegt Siham.
Siham woonde op de tweede verdieping van een gebouw in de wijk Mar Mikhael, waar ze op de begane grond een supermarkt had. Het gebouw werd verwoest door de explosie.
Overal bloed
Ze heeft 15 hechtingen in haar arm, 5 in haar voorhoofd, 10 in haar buik, en rondvliegend glas heeft haar over haar hele lichaam geraakt.
“Ik was thuis toen de explosie plaatsvond. Het leek alsof het leven even stilstond. Toen zag ik bloed, overal bloed, over mijn hele lichaam. Er was niks over van mijn huis. Ik liep naar de deur, die was ook verwoest. Daarna ging ik naar buiten, de straat op. Een man die ik niet kende, nam me in zijn auto mee naar een ziekenhuis buiten Beiroet”, legt Siham uit. De dag na de explosie ging ze weer naar haar werk, in de supermarkt die half verwoest was.
“Waar zou ik naartoe moeten?”
“Ik kan niet weg, het raam is helemaal vernield. En dan nog; waar zou ik naartoe moeten? Ik woon hier al 37 jaar en mijn man is in deze buurt geboren”, zegt ze.
Mar Mikhael is een van de oudste wijken van Beiroet en ligt dichtbij de haven. Het is in de 19e eeuw gebouwd voor arbeiders die in de, destijds, nieuwe haven werkten. Vandaag de dag is het een hele gemengde wijk. Er wonen oudere mensen zoals Siham maar ook veel nieuwkomers, waaronder veel jongeren.
Nog nooit zoiets meegemaakt
“Ik heb de Libanese Burgeroorlog overleefd (die duurde van 1975-1990), maar ik heb nog nooit zoiets als dit meegemaakt. Ik heb niks meer; geen meubels, geen kleren, geen lakens. Alles is stuk door het rondvliegende glas”, legt ze uit terwijl ze op haar jurk wijst die op sommige plekken gescheurd is.
Siham wordt door veel jonge mensen uit de buurt geholpen. Ze helpen door haar werk in de supermarkt over te nemen, zodat ze op haar stoel op de stoep kan blijven zitten om uit te rusten, ze kopen nieuw verband of maken haar huis schoon.
Vanuit haar stoel wijst ze op een stapel kapotte spullen die net uit haar huis gehaald zijn. “Ik wil uitrusten, ik ben moe en mijn hoofd doet pijn”, zegt ze in tranen. Snel droogt ze haar tranen, ze staat op en gaat weer achter de kassa van de supermarkt staan.
