Met de opbrengst van de Giro555-actie voor Oekraïne verlenen de hulporganisaties achter Giro555 op grote schaal hulp aan Oekraïners, zowel in het land zelf als in de aangrenzende landen.

Hulp in Oekraïne
In Oekraïne bieden de hulporganisaties levensreddende hulp zoals warme maaltijden, voedselpakketten en drinkwater, onder meer in conflictgebieden. Ziekenhuizen, doktersposten en artsen worden ondersteund met medicijnen, medische apparatuur en met vervoermiddelen om zieke kinderen te kunnen bezoeken. Hulporganisaties achter Giro555 ondersteunen evacuaties, helpen bij de inrichting van schuilkelders en steunen mensen op de vlucht met een maandelijkse financiële bijdrage, waarmee zij de meest noodzakelijke spullen als voeding of medicijnen kunnen kopen. Ook bieden zij volwassenen en kinderen psychosociale hulp bij het omgaan met de traumatische ervaringen en stress. Hulporganisaties werken nauw samen met lokale partnerorganisaties en Oekraïense vrijwilligers.

In onderstaande mini-docu vertellen Oekraïners wat alle steun voor hun betekent.

Hulp in de buurlanden
Ook in de aangrenzende landen bieden de organisaties volop hulp aan Oekraïeners. Zo maken zij opvang mogelijk voor vluchtelingen, zowel opvang voor de eerste paar nachten na aankomst, als opvang voor de langere termijn. Ook ondersteunen zij Oekraïense gezinnen, vooral moeders met kinderen, met maandelijkse financiële bijdragen of met cash-for-workprojecten. Zo worden in Polen gevluchte Oekraïense docenten getraind en ingezet worden om in het -zwaarbelaste – Poolse onderwijs aan de slag te kunnen. Veel aandacht van de hulporganisaties gaat uit naar het beschermen van de duizenden vrouwen en kinderen op de vlucht, zowel in Oekraïne als in de buurlanden, bijvoorbeeld door voorlichting te geven over risico’s op uitbuiting, mensenhandel en gendergerelateerd geweld.

Hieronder zie je welke organisaties waar hulp bieden, en om wat voor type hulp per land het gaat.

Wil je meer in detail weten welke hulp de organisaties achter Giro555 bieden, lees dan HIER verder

Uitdagingen
Hulp verlenen in een oorlogsgebied brengt grote risico’s met zich mee. Het is er onveilig door beschietingen, wat gevaar oplevert voor zowel hulpverleners als voor mensen die hulp zoeken. Toegang tot de meest onveilige gebieden is moeilijk en soms (tijdelijk) onmogelijk. Gebieden waar niet meer wordt gevochten moeten eerst worden ontdaan van niet geëxplodeerde explosieven voordat het veilig is. Andere uitdagingen zijn bijvoorbeeld het tekort aan brandstof en het gebrek aan ervaren hulpverleners in de regio. Dat laatste komt door een algeheel tekort op de arbeidsmarkt, maar ook door de hoge noden die zorgen voor extreem extreem hoge werkdruk en vermoeidheid onder de huidige medewerkers. Hulporganisaties zijn gewend te werken in crisisgebieden met vele uitdagingen en zoeken naar oplossingen om de hulp toch bij de mensen te krijgen. Zo worden internationale hulpverleners ingezet om tekorten op te vangen en om hun kennis en expertise over te dragen aan minder ervaren lokale hulpverleners. En wordt in onveilige gebieden onderhandeld met alle strijdende partijen over toegang tot mensen in nood. Waar mogelijk wordt hulp digitaal geboden, zodat hulpverleners niet naar onveilige gebied hoeven te reizen, denk aan onderwijs op afstand of gesprekken met een psycholoog.

Achtergrond Dit is er aan de hand, en zo kwam Nederland in actie
Op 24 februari startte Rusland een grootschalige militaire invasie in Oekraïne met een humanitaire ramp als gevolg. Op 15 juni waren 5,1 miljoen Oekraïners op de vlucht, vooral vrouwen en kinderen. Zij verblijven in de buurlanden en andere Europese landen. Nog eens 7,1 miljoen mensen zijn in Oekraïne ontheemd geraakt.

De gevolgen van de crisis in Oekraïne zijn enorm. Het geweld heeft in de eerste drie maanden meer dan 4.000 mensen het leven gekost en duizenden mensen verwond. Het precieze aantal slachtoffers ligt waarschijnlijk veel hoger. Miljoenen mensen die in de conflictgebieden wonen hebben geen toegang tot medische zorg of schoon drinkwater. Stroom valt regelmaat uit. Broodnodige basisvoorzieningen zoals ziekenhuizen en wegen zijn aangevallen en op veel plekken verwoest, wat ook de hulpverlening moeilijk maakt. Zeker 1.888 scholen zijn zwaar beschadigd of vernietigd en de oorlog heeft het onderwijs verstoord van 7,5 miljoen schoolgaande Oekraïense kinderen. 

Samen in actie voor Oekraïne
Er is op grote schaal hulp nodig. Daarom startte Giro555 op 28 februari, vier dagen na start van het conflict in Oekraïne, een Nationale Actie voor Oekraïne. Op maandag 7 maart kwamen landelijke en regionale media samen in actie voor Giro555. Op maandagavond (van 20:30 tot 23:00 uur) maakten SBS6, RTL en de NPO een gezamenlijk televisieprogramma om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor de mensen uit Oekraïne. Radio555 had een speciale uitzending van 6:00 tot 21:00 uur, deze werd uitgezonden op maar liefst tien radiostations. Ook op sociale media werd volop aandacht besteed aan de Nationale Actie. In totaal zijn er meer dan 2 miljoen donaties gedaan!

Uit onderzoek dat 84% van de Nederlanders van de actie heeft gehoord en dat 27% van de Nederlanders heeft gedoneerd. Als belangrijkste reden om deze actie te steunen geven mensen aan dat zij mensen uit Oekraïne willen helpen (47%) en zich solidair willen tonen met de Oekraïners (16%). Ruim 104.000 mensen die hebben gedoneerd, gaf bij hun gift aan aangegeven graag per mail te horen wat er met de actieopbrengst gebeurt. Zij ontvangen een peer keer per jaar een update. Wil jij je deze updates ook ontvangen? Meld je dan HIER aan.