De ramp
Wat is er gebeurd?
De watersnood in Suriname in 2006 was een van de grootste natuurrampen in haar geschiedenis. Een gebied zo groot als Nederland was overstroomd door heftige regens. Tienduizenden mensen waren dakloos en een groot deel van de oogst ging verloren. Met name in het oosten van Suriname was de situatie ernstig. Zeker 276 dorpen ondervonden zware hinder en 70 dorpen stonden helemaal onder water. Ongeveer 30.000 mensen hadden geen onderdak. Daarnaast ging een groot deel van de oogst verloren. Daardoor waren ruim 4.000 mensen aangewezen op voedselhulp.
Door de ramp werd duidelijk hoe kwetsbaar de voedselsituatie in het gebied was. Dit gold ook voor de schoolgebouwen. De helft daarvan was beschadigd. De aanhoudende regen hinderde het vervoer met vrachtwagens in ernstige mate. Het Surinaamse leger vloog goederen naar diverse vliegvelden in het binnenland vanwaar het transport met boten werd voortgezet.