De ramp
Het begon als een zware aardbeving in de zee. In Nederland lazen mensen op de vroege ochtend van Tweede Kerstdag de eerste berichten. Radio, televisie, teletekst en internet hadden het over een zeebeving in Zuidoost-Azië. De eerste amateurbeelden van toeristen in Thailand brachten al een schok teweeg. Toch was ook toen de omvang van de ramp nog niet duidelijk. ‘Zeebeving eist 12.000 levens’ stond 27 december in de krant. Een week later meldde een andere kop: ‘Dodental loopt op tot 130.000’. Uiteindelijk verloren 230.000 mensen het leven door de tsunami en was de verwoesting onvoorstelbaar groot. De hulporganisaties begonnen direct met een enorme operatie.
Zeebeving
Vloedgolven van soms meer dan 30 meter hoog rolden de kusten van tien verschillende landen op. Het precieze aantal slachtoffers zal nooit helemaal duidelijk worden. Zeker is dat er 228.000 mensen omkwamen en ruim 5 miljoen mensen direct of indirect getroffen werden. Zij verloren familieleden, hun huis, hun straat, hun school, soms alles. Wereldwijd werd met ontzetting gereageerd. De giften voor de slachtoffers stroomden binnen en de hulporganisaties achter Giro555 gingen vanaf dag één aan de slag. De nood was hoog en de omvang niet te overzien maar dat er onmiddellijk geholpen diende te worden, was duidelijk.
Tsunami krant 1 jaar na de ramp
Een jaar na de ramp brachten de samenwerkende hulporganisaties een ’tsunamikrant’ uit, met persoonlijke verhalen van getroffenen en informatie over de hulpverlening tot dusver: