Rowena: “ik bleef rennen, met pasgeboren baby in mijn armen”
Medewerkers van World Vision in het rampgebied troffen Rowena en haar pasgeboren baby Patrick in een oud dorpshuis. Rowena vertelt over de dag dat de tyfoon in het noordelijke gedeelte van Cebu alle verwoestingen aanrichtte.
“We renden snel naar de gymzaal, maar een paar minuten later was het dak er al helemaal afgeblazen. We renden terug naar het dorpshuis, in de hoop dat dat gebouw wel bestand was tegen de storm. Het regende zo hard en de wind bleef maar hard fluiten. Ik ben net bevallen van Patrick, hij is met een keizersnede ter wereld gekomen. Hoewel ik nog veel pijn heb, moest ik blijven rennen, met Patrick in mijn armen.
Mijn man rende voorop, samen met mijn oudste zoon. We waren zo bang dat de tyfoon ook het dak van het dorpshuis eraf zou blazen. Dan was er nergens meer een plek waar we veilig zouden zijn voor de gevolgen van de tyfoon.”
Buiten zijn ontzettend veel huizen beschadigd. Bomen zijn omgewaaid, daken en huizen zijn ingestort en liggen op elke hoek van het dorpje Libertad. In dit gebied zijn maar liefst 82.000 mensen getroffen. Electiciteitspalen zijn net als de bomen omgevallen, zodat er totale duisternis is in het dorp. Je ziet niets meer. Communicatie met de buitenwereld is een groot probleem.
De man van Rowena, Jerry, verdiende voor de tyfoon geld met het verkopen van kolen. Hij verdiende daarmee ongeveer € 2,50 per dag. De kolen verbouwden zij in hun kleine tuin. Het leven was voor de ramp al zwaar voor ze, maar nu hebben ze helemaal niets meer. Geen geld om eten te kopen en geen tuin om groenten te verbouwen. Het enige eten dat ze nu nog kunnen krijgen is een beetje pap, dat door de lokale overheid wordt aangeboden.
Nieuwsoverzicht