Op 7 januari van dit jaar werd in Libanon een totale lockdown afgekondigd, gevolgd door het uitroepen van de noodtoestand per 14 januari. Op 21 januari werd de totale lockdown verlengd tot 8 februari. Deze zeer strikte lockdown heeft grote gevolgen voor de hulpverlening aan slachtoffers van de zware explosie die op 4 augustus plaatsvond in de hoofdstad Beiroet. 

Libanon zit sinds 14 januari volledig op slot. Zonder ontheffing is het verboden de straat op te gaan, ook overdag, en winkels, supermarkten en banken zijn gesloten. Dit levert niet alleen zeer schrijnende situaties op, bijvoorbeeld omdat veel mensen zo arm zijn dat ze niet voor meerdere dagen voedsel hebben kunnen inslaan: het belemmert ook de hulpverlening in de hoofdstad Beiroet na de zware explosie op 4 augustus.

Ook de hulporganisaties achter Giro555 moeten een deel van de hulpactiviteiten die zij uitvoeren met de opbrengst van de Giro555-actie voor Beiroet, staken. Alleen voor levensreddende hulp geldt een uitzondering. Toch ondervindt ook deze hulp grote hinder door de lockdown, bijvoorbeeld omdat leveranciers van hulpgoederen gesloten zijn of vervoer van goederen onmogelijk is. 

Enkele van de activiteiten die hulporganisaties achter Giro555 op dit moment moeten stilleggen zijn onder andere het herstellen van huizen en het uitdelen van hygiënepakketten. Ook het verstrekken van cash-bijdragen aan slachtoffers kan niet altijd, of soms alleen met grote vertraging, doorgang vinden. Dit komt doordat banken en andere instanties die verantwoordelijk zijn voor de overmakingen, gesloten zijn. 

De enorme toename in het aantal coronabesmettingen heeft ook op andere manier impact op de hulpverlening. Zo draagt Kerk in Actie met Giro555-gelden bij aan het herstel van een ziekenhuis dat  tijdens de explosie zwaar beschadigd raakte. Sinds begin januari liggen deze herstelwerkzaamheden stil omdat alle maar enigszins bruikbare ruimten in het ziekenhuis nodig zijn om coronapatiënten een bed te bieden. Bouwwerkzaamheden, en het stof dat daarbij vrijkomt, zijn daarbij ongewenst. Daarnaast raken ook medewerkers van hulporganisaties besmet, waardoor zij en hun directe collega’s in quarantaine moeten en werkzaamheden vertraging oplopen. 

Hulporganisaties zetten alles op alles om hun hulpactiviteiten waar mogelijk aan te passen, bijvoorbeeld door voedsel- of hygiënepakketten (van groot belang voor de bestrijding van corona) thuis af te leveren. Zij zijn daarbij echter uiterst voorzichtig en zorgvuldig om te voorkomen dat medewerkers of hulpontvangers besmet raken. Ook proberen zij hulpactiviteiten waar mogelijk op afstand uit te voeren.