Tweede rapportage Haïti: situatie stabiel maar nog teveel tentenkampen
Zes maanden na de aardbeving in Haïti constateren de deelnemers van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) dat de noodhulpfase goed verloopt. Zo is een uitbraak van epidemieën voorkomen door water- en sanitaire voorzieningen en door goede (preventieve) medische zorg. Honderdduizenden mensen zijn voorzien van noodonderdak.
Op 24 september is de tweede voortgangsrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties in het kader van de actie ‘Help slachtoffers aardbeving Haïti’ verschenen. De rapportage beschrijft per SHO-deelnemer hoe van 13 januari tot 30 juni het geld is besteed. Van het totaal ingezamelde bedrag, ruim 111 miljoen euro, is nu 23 miljoen euro uitgegeven. Dit bedrag bestaat uit 22.035.324 euro aan noodhulpactiviteiten en 1.095.509 euro aan wederopbouwactiviteiten. Het overgrote deel is besteed aan onderdak (12.319.227 euro), gevolgd door water- en sanitaire voorzieningen (2.456.426 euro) en voedselzekerheid (2.439.403 euro).
SHO-voorzitter Farah Karimi: ”De leefsituatie op Haïti is zorgelijk. Meer dan een miljoen mensen wonen noodgedwongen – vanwege het puin en het gebrek aan bouwruimte – nog steeds in honderden tentenkampen verspreid over Port-au-Prince. Het is schrijnend om te zien dat mensen bij zware regenval en hevige windstoten niet meer dan een tent boven hun hoofd hebben als onderdak. En soms letterlijk wegstromen.
Schoon drinkwater
Hoewel ze in de meeste tentenkampen de beschikking hebben over basale voorzieningen als schoon drinkwater en toiletten, zouden wij het liefst zien dat die mensen terug kunnen naar de wel bewoonbare huizen (118.000) of zo snel mogelijk naar semipermanent onderdak. Waar het mogelijk is, worden deze huizen in snel tempo gebouwd. Vooral in de gebieden buiten Port-au-Prince als Leogane. In de hoofdstad is dat nu niet mogelijk. Daarvoor ligt er nog teveel puin. Van de geschatte 20 miljoen kubieke meter puin in de getroffen gebieden is nog maar een heel klein percentage geruimd. In dit tempo duurt het zes jaar voordat het is geruimd. En zolang de overheid geen beschikbare gronden aanwijst, kan er niet worden gebouwd. Dit werkt vertragend op de wederopbouw. De lokale overheid heeft gelukkig letterlijk meer ruimte om nieuwe huizen neer te zetten.”
Gezien de huidige situatie hebben de SHO-deelnemers besloten om de noodhulpfase, hoewel de acute fase voorbij is, te verlengen tot 2011. Tegelijkertijd is de afgelopen periode ook gestart met wederopbouwactiviteiten als geld-voor-werk programma’s (zoals puin ruimen, gemeenschapskantines opstarten en afwateringskanalen afgraven) waarmee mensen zich weer van een klein inkomen konden voorzien, de aanleg van structurele watervoorzieningen, de bouw van semipermanente huizen en nieuwe aardbevingsbestendige scholen.
Duidelijk is dat de wederopbouw van Haiti nog jaren gaat duren. De derde rapportage volgt eind april 2011, daarin staat een overzicht van de bestedingen over het eerste jaar na de ramp.
Nieuwsoverzicht