Doneren voor Nepal – wat gebeurt er dan precies met uw gift?
Giro555 vraagt u om de slachtoffers van de aardbeving in Nepal te helpen. Met uw steun helpen we slachtoffers van de aardbeving in Nepal. De samenwerkende hulporganisaties zijn direct begonnen met het verlenen van noodhulp zoals het opzetten van zoek- en reddingsoperaties, bieden van (nood)onderdak , uitdelen van voedsel en schoon drinkwater en de opvang van kinderen. En straks helpen we de mensen weer een nieuwe toekomst op te bouwen.
Uw geld komt binnen op één bankrekeningnummer. Vandaaruit wordt het verdeeld onder de hulporganisaties die deelnemen aan de actie. De samenwerkende hulporganisaties achter Giro555 verdelen het geld volgens een verdeelsleutel, gebaseerd op de hoeveelheid steun die zij ontvangen van mensen in Nederland en op de hoogte van de bijdrage aan de internationale hulpverlening.
De samenwerkende hulporganisaties die meedelen, moeten een instaptoets uitvoeren. Die laat zien of zij voldoende ervaring, netwerk en logistieke capaciteit hebben in het rampgebied om hulp snel ter plaatse te krijgen. Als nodig voegen zij extra criteria toe aan de besteding van het geld. Bijvoorbeeld over specifieke regio’s waar hulp moet worden verleend, of over de soort hulp waar geld naartoe moet gaan.
Worden er ook kosten gemaakt?
Ja, er worden actiekosten gemaakt. Dit zijn de kosten die Giro555 maakt om actie te voeren in Nederland. Bijvoorbeeld voor het aankopen van een foto voor de advertentie, het maken van een actie website en het vervaardigen van publieksrapportages over wat met het geld gebeurt. Deze kosten kunnen laag blijven, omdat bedrijven hun diensten gratis of tegen lage prijzen aanbieden. Bovendien zijn de salariskosten minimaal, omdat hulporganisaties hun eigen mensen inzetten en veel vrijwilligers meehelpen.
En er worden apparaatskosten gemaakt, ofwel ´bedrijfskosten´, dit zijn de kosten die hulporganisaties in Nederland maken voor het uitvoeren van hun werk. Hieronder vallen het beoordelen, coördineren, controleren en verantwoorden van de hulpprogramma’s. Bijvoorbeeld voor het maken van rapportages, de communicatie met het rampgebied, zorgen voor de jaarrekening. De samenwerkende hulporganisaties gebruiken maximaal 7% van hun aandeel uit de opbrengst aan apparaatskosten.