Een koortscontrole in Freetown, Sierra Leone. Foto: UNICEF

UNICEF,  één van de hulporganisaties achter Giro555, opent deze maand veertig behandelunits in Sierra Leone voor de verzorging van ebolapatiënten. De eerste tien zijn al neergezet. De units, met elk acht bedden, worden door UNICEF opgezet in de risicogebieden, waar veel nieuwe besmettingsgevallen worden verwacht. De noodunits zijn een aanvulling op de grotere ebola behandelcentra, die vaak overvol zitten.

Om besmetting te voorkomen moeten ebolapatiënten zo snel mogelijk worden geïsoleerd, maar daar is draagvlak onder de bevolking voor nodig

De noodunits van UNICEF kunnen snel worden ingezet en zijn gemakkelijker toegankelijk voor patiënten. De centra zijn uitgerust met basisgezondheidszorg, hygiënische producten en beschermende kleding voor het ondersteunend personeel. Ze worden vlakbij of binnen de gemeenschap gebouwd. “Om besmetting te voorkomen moeten ebolapatiënten zo snel mogelijk worden geïsoleerd, maar daar is draagvlak onder de bevolking voor nodig. Hulp verlenen binnen de dorpsgemeenschappen helpt dan, en ook dat familieleden van patiënten op een veilige manier kunnen meehelpen bij de zorg”, legt Roeland Monasch uit, directeur van UNICEF in Sierra Leone.

Vanuit de noodunits organiseert UNICEF ook voorlichting. Teams van vrijwilligers, gezondheidswerkers en leraren gaan langs de huizen om mensen te leren hoe besmetting met ebola te voorkomen is.

Sinds begin augustus heeft UNICEF bijna 3.000 ton aan essentiële hulpgoederen overgevlogen naar de door ebola getroffen landen Guinee, Liberia en Sierra Leone. De hulpgoederen bestaan met name uit medicijnen en uit beschermende kleding voor medische staf, schoonmakers en medewerkers van instellingen die met ebola te maken kunnen krijgen. Er zijn 8,5 miljoen sets wegwerphandschoenen verstrekt. De meeste onderdelen van de beschermende kleding zijn voor eenmalig gebruik, om risico op besmetting te voorkomen.