Het geld ging naar noodhulp aan slachtoffers van het Syrische conflict. De hulporganisaties steunden slachtoffers in Syrië zelf en vluchtelingen in de buurlanden. In Syrië werd ruim 60% besteed van het hulpgeld, in de buurlanden zo’n 40%.

De hulp bestond voornamelijk uit voedsel, distributie van huishoudelijke materialen als matrassen en kookgerei en aan bonnen voor de aanschaf van luiers, zeep, tandpasta.

Daarnaast ging er ook geld naar bijvoorbeeld medische zorg, traumabegeleiding, aanleg van waterpunten in vluchtelingenkampen, onderwijs.