Het zuidoosten van Turkije en het noordwesten van Syrië zijn maandag 6 februari getroffen door zware aardbevingen en naschokken. In een dichtbevolkt gebied, dat drie keer zo groot is als Nederland, zijn tienduizenden huizenblokken en flatgebouwen ingestort. Wegen, water- en energievoorzieningen zijn verwoest. De eerste beving gebeurde toen de meeste mensen nog lagen te slapen. Daardoor zijn er heel veel slachtoffers. We betreuren duizenden doden, veel mensen zijn gewond of nog niet gevonden onder het puin. Het aantal slachtoffers wordt alsmaar groter. Naar schatting van de Verenigde Naties hebben 1 miljoen mensen hun huis verloren. De kou verergert de situatie van de mensen die ook enorm angstig zijn.

15/2: Syrië: In het noordwesten van Syrië zijn meer dan 4,2 miljoen mensen getroffen in Aleppo en 3 miljoen mensen in Idlib. Meer dan 7.400 gebouwen zijn geheel of gedeeltelijk verwoest.

Water, elektriciteit, verwarming en sociale voorzieningen staan zwaar onder druk. Het risico op door water overgedragen ziekten is hoog, vooral te midden van een aanhoudende cholera-uitbraak. Spoedeisende gezondheidszorg is beperkt en gebrek aan brandstof en zware machines belemmert de inspanningen om snel mensen in nood te bereiken.