“Verstopt onder het aanrecht”: zo overleef je een tyfoon
Op het eiland Leyte, bij Ormoc, vertellen dorpsbewoners aan medewerkers van CARE hoe ze de tyfoon hebben doorstaan.
Rodrigo Belacsi Sr (vader van negen kinderen): “Ons huis is geheel ingestort. We waren zo bang. De kinderen huilden. We hebben een klein hutje gemaakt van materiaal dat we vonden in het puin. We hebben eten nodig. En een dak boven ons hoofd.
Irene Senillo (14): “De berg is helemaal kaal. Voor de tyfoon was hij prachtig groen. Ons huis is verwoest. Ik heb gehuild omdat mijn schoolboek voor Engels verdwenen is. Mijn Wiskunde en Natuurkunde boeken zijn alleen maar nat geworden. Sommige mensen jammeren ‘Heer, waarom heeft u ons huis verwoest?’ Maar met huilen komt het huis niet terug. Het is beter om positief te zijn. Als je nadenkt over het feit dat je je huis kwijt bent, doet het gewoon teveel pijn.”
Joevelyn Genoso (34), moeder van twee kinderen: ” Ik had een klein eettentje aan huis. Ik maakte eten en mensen zaten hier en aten het op. Ze vonden mijn gebraden kip altijd heel lekker. Ik verkocht ook kleinigheden. Mensen hier hebben na de suikerrietoogst een beetje geld en dan opende ik een winkeltje met spulletjes om iets extra’s te verdienen. Dat hielp. Ik dacht niet dat ons huis de storm zou overleven. Ik heb wat kleren in een zak gestopt en we zijn naar het huis van mijn moeder gegaan. Haar dak is eraf gewaaid. Wij hebben ons verstopt in de badkamer. Gedurende de hele storm heb ik mijn kinderen vastgehouden en hebben zij gehuild. Mijn huis heeft de storm inderdaad niet overleefd. We hebben gered wat we konden. Maar ik heb geen geld om een zeil te kopen. Daarom slapen we nu bij mijn moeder. Mijn eerste prioriteit is om het huis te herbouwen.”
AsusinaNgoho Alonzo (42) , moeder van zes kinderen: ” Tijdens de tyfoon hebben we onze kinderen naar een veilig huis gestuurd. Mijn man en ik bleven achter. We hielden de palen van het huis vast en zagen de daken door de lucht vliegen. Rond acht uur beseften we dat het huis het niet zou houden. We zijn naar het veilige huis gerend. Nu wonen we in dit lage hutje. We slapen hier allemaal en als het regent worden we nat. Dan gaan we rechtop zitten en slapen we niet. Ik was kleren voor de buren. Mijn man is werkloos. Hij is een goede timmerman, maar niemand heeft geld.”
Babie Atevalo: “Tijdens de storm schuilde ik hier, onder het aanrecht. Om mij heen stapelde het puin zich op. Na afloop groef mijn buurman mij uit. Mijn huis is grotendeels verdwenen.”
Josie Barro, moeder van twee kinderen: “Wij hadden een sterk huis. Maar tijdens de tyfoon is het toch ingestort. We moesten wegrennen om te ontsnappen aan het vallende puin. Ik droeg mijn twee kinderen. We renden naar een grot. Toen we daar aankwamen dacht ik dat mijn dochter dood was, ze was zo koud en wit. Ik was zo blij toen ze nog bleek te leven. Er waren dertien mensen in de grot, drie families. Het was een grote grot, maar we bleven aan het begin, we waren bang dat er misschien slangen in de grot zouden zitten. We waren bang, koud en nat. Een nacht hebben we in de grot geslapen omdat we geen huis meer hadden om naar terug te keren. De dag erna bouwden we een hutje.”
Rey Garjas (50), vader van acht kinderen: “Ik ben als kind mijn been verloren. Dit kunstbeen heb ik zelf gemaakt van PVC buizen. Ik gebruik het al jaren. Lopen is een beetje pijnlijk. Rennen is veel pijnlijker. Maar toen we de daken door de lucht zagen vliegen, moesten we toch rennen naar het veilige huis. Daar zate acht families. We baden tot God dat de wind zou stoppen.”