De praktijk van ondervoeding
Layla is nog maar 23 jaar. Ik, John Warren, ontmoet haar tijdens mijn laatste kampbezoek op mijn laatste ochtend in Somalië, voordat ik weer in het vliegtuig zou stappen naar Nairobi. Ik wilde nog graag naar het kamp terug, om te kijken hoe het met de 6-jarige Khaleed ging. Ik had hem op mijn eerste dag van mijn reis ontmoet. Hij was er toen slecht aan toe en ik was bezorgd over hem. Ze hadden hem ORS zout en plumpy nut gegeven en daar was hij van opgeknapt; hij zat nu op eigen kracht overeind. Wat een opluchting. Hij had het overleefd!
Maar toen kwam Layla naar ons toe met haar 1 jaar oude baby, Zam Zam. Ze hoopte dat we iets konden doen om haar te helpen. Ze was compleet verbijsterd over wat er met haar baby gebeurde – nee, ze was wanhopig. Ze is al op 12-jarige leeftijd getrouwd en heeft vijf kinderen. Layla is met haar man en kinderen gevlucht voor het conflict in Mogadishu, maar nu vecht ze om haar baby te redden.
World Vision gaf haar ‘Plumpy Nut’ (een zeer voedzame pasta op basis van pinda’s) om Zam Zam te kunnen voeden. Ze kreeg het advies om hem onmiddelijk naar het opvangcentrum voor ondervoede kinderen te brengen en haar borstvoeding niet te verwaarlozen. Layla: “Ik slaap nu veel te weinig, want ik ben zo ongerust. Maar ’s nachts sta ik op om mijn baby te kunnen voeden.”
Jon Warren, World Vision International
Puntland, Somalië (vlakbij Garowe)