Hulpverleners zijn bezorgd dat duizenden Syrische meisjes niet naar school kunnen. Dat zegt SHO-deelnemer CARE vandaag op de internationale Dag van het Meisje. 

Volgens de Verenigde Naties bevinden zich onder de Syrische vluchtelingen bijna 328.000 schoolgaande meisjes. Velen van hen kunnen nu niet naar school en missen de kans om in een omgeving te zijn waar ze enig gevoel van een ‘normaal’ leven ervaren.

In Jordanië gaat slechts een derde van de ongeveer 150.000 Syrische schoolgaande kinderen, waarvan meer dan de helft meisjes zijn, op dit moment naar school, meldt CARE. In Libanon – het land waar het hoogste aantal vluchtelingen verblijft – zou aantal inschrijvingen van Syrische kinderen zelfs onder de tien procent liggen.

“Veel Syrische meisjes zijn het afgelopen jaar of zelfs langer niet naar school geweest, omdat geweld, gevaar en de constante vlucht op zoek naar veiligheid, families hebben belemmerd hun kinderen naar school te sturen. Sommige families hebben een veilige plek gevonden in Jordanië, maar toegang tot onderwijs blijft een uitdaging”, vertelt Salam Kanaan, landendirecteur van CARE Jordanië.

“Ondanks dubbele diensten op scholen en soms zelfs de verdrievoudiging van het aantal leerlingen per klas in Jordanië zijn veel scholen niet in staat om nog meer Syrische kinderen op te vangen. In sommige gevallen vertellen ouders ons dat het ze niet eens wordt toegestaan om de namen van hun kinderen op wachtlijsten te laten zetten.”

CARE prijst gastgemeenschappen voor het openstellen van hun scholen en het geven van extra lessen. De organisatie verstrekt levensreddende diensten aan Syrische vluchtelingen in Jordanië en Libanon, onder andere met geld van Giro555.

Lees meer op de website van CARE Nederland