Hulporganisaties maken zich grote zorgen om Nepalese pasgeborenen en kinderen vanwege hun kritieke omstandigheden, veroorzaakt door de aardbeving.

Duizenden pasgeboren baby’s in Nepal dreigen ernstig ziek te worden of zelfs te sterven door gebrek aan medische zorg. Zeker als binnenkort de regentijd aanbreekt, is het risico op cholera en andere besmettelijke ziektes groot.

Door de aardbevingen van 25 april en 12 mei zijn ook bijna 93.000 zwangere vrouwen getroffen. Velen van hen leven nu op straat, in de kou, onder een plastic zeil en in slechte hygiënische omstandigheden. Hun pasgeboren baby’s lopen grote risico’s. “Het drinkwater is sinds de aardbeving geel”, vertelt Rupa, moeder van een drie maanden oude baby. “En de grond waarop we slapen, is helemaal doorweekt. Ik maak me grote zorgen over mijn baby en al die andere kleine kinderen. Zullen ze dit wel overleven?”

“Vlak na hun geboorte zijn baby’s het meest kwetsbaar ”, zegt dr. Louisa Baxter, gezondheidscoördinator van Save the Children in Nepal. “De eerste dagen in een mensenleven zijn van cruciaal belang. Eenvoudige dingen, zoals het ontbreken van een steriele schaar om de navelstreng door te knippen of het gebrek aan een schone, droge slaapplek, kunnen dodelijk zijn.”

In de meest getroffen gebieden zoals Sindhupalchok, Dolakha en Gorkha is bijna driekwart van de klinieken waar moeder- en kindzorg geleverd wordt, beschadigd of verwoest. Daarom is het van het grootste belang om te zorgen dat vrouwen op een veilige plek kunnen bevallen. Save the Children heeft daarom mobiele klinieken en noodhospitalen ingericht in zeven districten waar alle gezondheidszorgvoorzieningen verloren zijn gegaan. Ook geeft de organisatie moeders kleertjes en dekens voor hun pasgeboren baby’s en verstrekt ze materialen voor een veilige bevalling aan klinieken. Daarnaast distribueert Save the Children onder andere tentzeilen, voedsel en waterzuiveringstabletten.

Kinderorganisatie UNICEF waarschuwt voor de ondervoeding die kinderen in Nepal bedreigt. Een maand na de eerste aardbeving in Nepal zijn ongeveer 70.000 kinderen van jonger dan vijf jaar ondervoed. 15.000 kinderen hebben direct therapeutische voeding nodig, bijvoorbeeld pindapasta, om de acute ondervoeding te behandelen. Daarbij zijn er 55.000 kinderen die extra voedsel en hulp nodig hebben om hen weer terug te brengen naar een normale groei en ontwikkeling.

Fotocredits: UNICEF/NYHQ2015-1014/Nybo

“Voor de aardbeving was al 1 op de 10 kinderen ernstig ondervoed in Nepal, en 4 op de 10 kinderen had een groeiachterstand als gevolg van chronische ondervoeding”, vertelt Tomoo Hozumi, directeur van UNICEF in Nepal. “We maken ons ernstig zorgen dat de situatie door de aardbevingen alleen nog maar verder achteruit gaat, en de positieve veranderingen die afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in Nepal teruggedraaid zijn.”

“We werken dubbel zo hard om samen met onze partners de kinderen zo snel mogelijk te voorzien van het voedsel en de hulp die ze nodig hebben. Daarnaast zijn ze wanneer ze voldoende te eten hebben beter weerbaar tegen ziektes, die zich door het water van de aanstaande moesson extra snel verspreiden.”

UNICEF werkt samen met nationale en internationale partners en de overheid van Nepal om een uitgebreid voedselplan uit te voeren. Zo worden moeders gestimuleerd om hun kinderen onder de twee jaar borstvoeding te geven, wat in veel gevallen de beste voeding is voor een kind. Daarbij ontvangen meer dan 120.000 kinderen voedingssupplementen, en hun moeders krijgen voorlichting over wat ze hun kinderen het beste te eten kunnen geven. Meer dan 3000 ernstig ondervoede kinderen ontvangen speciale therapeutische voeding. Ook wordt via de radio aan meer dan 380.000 families in Nepal voorlichting gegeven over voeding voor zwangere vrouwen en jonge kinderen. In juni, net voor de moesson, zal er een campagne van een week gelanceerd worden, waarbij onder andere vitamine A en ontwormingstabletten worden uitgedeeld aan meer dan 350.000 kinderen

“Er is al erg veel gedaan, maar er moet zo snel mogelijk nog veel meer gebeuren”, zegt Tomoo Hozumi. “De weg naar herstel voor Nepal mag dan erg lang en uitdagend zijn, maar UNICEF zal er zijn, hoe lang het ook mag duren dat de kinderen een Nepal weer mooie toekomst voor zich mogen zien.”