20 Jaar na de tsunami: Reflecties van Tineke Ceelen op een ramp die alles veranderde

Twintig jaar geleden raasde een verwoestende tsunami door Zuidoost-Azië, een gebeurtenis die miljoenen levens raakte en een ongekend aantal hulpacties op gang bracht. In dit artikel reflecteert Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, op de impact van deze ramp op de humanitaire sector en de wijze waarop de hulpverlening zich heeft ontwikkeld. 

Een grote impact op de hulpverlening

Tineke herinnert zich nog goed hoe enorm de schok was die door de hulporganisaties ging toen de omvang van de ramp duidelijk werd. “Ik was thuis toen het nieuws op televisie zag,” vertelt ze. “Mijn collega van UNICEF belde me op tweede kerstdag en zei dat we onmiddellijk een Giro555-actie moesten opstarten.” Die oproep resulteerde in een snelle en unanieme beslissing die het startschot gaf voor de grootste inzamelingsactie die Nederland ooit had gekend. Tineke blikt terug op de bijzondere televisieactie van Giro555, die live werd uitgezonden. “Wat me enorm raakte, was het enthousiasme van de mensen die zich inzetten voor de actie. Van jong tot oud. Het was mooi om te zien dat kinderen zelf acties organiseerden en cupcakes bakten om geld in te zamelen. Die avond stroomden de cheques binnen”.

Menselijk leed en hulp aan slachtoffers

“Ik reisde na de ramp af naar Indonesië en daar ontmoette ik een oma die haar twee kleinkinderen verloor toen ze hen niet meer kon vasthouden in het kolkende water,” herinnert Tineke zich. “Tranen biggelden over haar wangen toen ze vertelde dat ze het meisje van drie maanden en de jongen van vier jaar niet vast kon houden. Zelf werd ze door het water meegesleurd en als door een wonder overleefde ze de tsunami. Huilend liet ze ons een foto van het jongetje zien. Een lachend, stralend manneke. De ouders willen oma niet meer zien. Ze zijn woedend omdat zij hun kinderen niet kon beschermen. De oude vrouw heeft letterlijk niemand en niets meer.”

Dit soort schrijnende verhalen waren er in overvloed en onderstreepten de noodzaak van psychosociale ondersteuning. “We hebben op grote schaal psychosociale zorg geboden, naast het uitdelen van essentiële goederen zoals kleding, voedsel en drinkwater,” vertelt Tineke.

Na de ramp zette Stichting Vluchteling zich in op meerdere fronten om hulp te bieden aan de zwaarst getroffen gebieden. De teams werkten intensief in Atjeh, Indonesië, waar steden en dorpen langs de kust in puin lagen en de nood aan medische hulp, voedsel en onderdak het grootst was. Ook in Sri Lanka bood de organisatie essentiële ondersteuning. Naast deze gebieden bood Stichting Vluchteling noodhulp aan slachtoffers in Somalië, waar de kuststrook eveneens schade had opgelopen. 

Coördinatie en complexiteit 

De hulpverlening in het rampgebied was een logistieke nachtmerrie. Tineke beschrijft hoe zij op het zwaar getroffen Atjeh aankwam en geconfronteerd werd met complete dorpen die waren weggevaagd, wegen die abrupt eindigden in de zee en schepen die kilometers landinwaarts bovenop huizen lagen. “Ik herinner me een kleine rode helikopter die we gebruikten om over de puinhopen te vliegen, omdat wegen simpelweg niet meer bestonden,” vertelt ze.

Een van de grootste uitdagingen was het gebrek aan afstemming tussen hulporganisaties. “Er waren gevallen waarin verschillende afdelingen van hulporganisaties huizen bouwden van wisselende kwaliteit in hetzelfde dorp,” vertelt Ceelen. Deze inconsequentie riep vragen op over rechtvaardigheid en efficiëntie en liet zien hoe dringend een gecoördineerde aanpak nodig was.

De weg vooruit

De tsunami van 2004 heeft blijvende veranderingen gebracht. “We hebben geleerd dat transparantie en controle essentieel zijn als je een groot bedrag aan donaties ontvangt,” zegt Ceelen. Ook benadrukt ze dat de ramp de coördinatie tussen verschillende actoren verbeterde en bijdroeg aan de ontwikkeling van robuuste systemen voor noodhulp en wederopbouw. De professionaliseringsslag die volgde, betekende een stap vooruit voor de hele sector, die sindsdien beter uitgerust is om op dergelijke rampen te reageren.

Professionalisering gedwongen door crisis

Voor de tsunami bestond de ‘Samenwerkende Hulporganisaties’ slechts als een informeel samenwerkingsverband zonder duidelijke structuur. “Het was een bankrekeningnummer onder beheer van Oxfam Novib,” legt Tineke uit. De immense omvang van de inzamelingsactie bracht echter flink wat uitdagingen met zich mee, waaronder de vraag hoe je zo’n groot bedrag verantwoord verdeelt en rapporteert over de geboekte resultaten. Deze uitdaging dwong de hulporganisaties tot een diepgaande herstructurering.

Na de tsunami werd de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties opgericht. De organisaties achter Giro555 werkten daarvoor al samen, maar door de tsunami groeide de behoefte om het losse verband van hulporganisaties een juridische basis te geven met een bestuur en een reglement. Tineke: “Voor de tsunami rapporteerden we in afzonderlijke jaarverslagen, maar er was geen collectieve verantwoording. Na de ramp ontstonden nieuwe standaarden voor controle en verantwoording. Dit legde de basis voor de moderne transparantie- en verantwoordingssystemen waar Giro555 nu bekend om staat.”

Twintig jaar later herinnert Tineke zich de tragedie niet alleen als een moment van verdriet en verlies, maar ook als een keerpunt dat het humanitaire landschap voorgoed veranderde. “Het was het begin van een nieuw tijdperk van verantwoorde en gecoördineerde hulpverlening,” zegt ze. Dat is de erfenis van de tsunami – een blijvende les in het belang van professionaliteit, samenwerking en vooral, menselijkheid in de hulpverlening.

Kleine momenten van hoop

“Ik herinner me ook nog de mooie momenten van hoop tijdens mijn reizen naar de getroffen gebieden. Zo kregen we koffie aangeboden in Meulaboh, een stad in de provincie Atjeh. De eigenaar van het koffiehuis vertelde dat hij zijn zaak met Nederlands geld weer had opgebouwd. De tsunami had tot op het laatste glas alles verbrijzeld. De eigenaar kreeg zijn oude inkomen terug, en de vele klanten dronken daarna zoals altijd, elke ochtend hun koffie. Dat is waarvoor we het doen: mensen weer op de been helpen, zodat ze zelf weer verder kunnen.”

Hoogste opbrengst ooit

In totaal bracht Nederland ruim 208 miljoen euro bij elkaar voor hulp aan de slachtoffers van de tsunami. De hoogste opbrengst ooit. Met dat geld zetten de Nederlandse hulporganisaties achter Giro555 na de ramp direct een grootschalige hulpoperatie op touw. Zij beschikten over een netwerk van lokale partnerorganisaties ter plaatse die onmiddellijk aan de slag gingen met levensreddende hulp, het verzorgen van gewonden en het verstrekken van onderdak, voedsel en schoon drinkwater. Na een eerste periode van noodhulp begonnen de hulporganisaties samen met deze lokale partnerorganisaties aan de wederopbouw. In totaal is met Giro555-geld drie jaar lang in zes verschillende landen hulp geboden. Dankzij de Giro555-actie ontvingen ongeveer drie miljoen mensen hulp.

Eindrapportage Tsunami
Download hier (PDF – 4 MB) de eind rapportage Tsunami, die in 2008 verscheen. Deze gaat in op de verleende hulp tijdens de gehele periode van hulpverlening.
Eindrapportage Tsunami

Tsunami krant 1 jaar na de ramp
Een jaar na de ramp brachten de samenwerkende hulporganisaties een ’tsunamikrant’ uit, met persoonlijke verhalen van getroffenen en informatie over de hulpverlening tot dusver:
Bekijk de krant

De samenwerkende hulporganisaties achter Giro555:

Bij uitzonderlijke rampen slaan de 10 samenwerkende hulporganisaties de handen ineen onder de naam Giro555. Zij vragen heel Nederland zich aan te sluiten om geld in te zamelen voor hulp aan slachtoffers. Want samen redden we meer levens. Meer informatie