Half jaar hulp slachtoffers aardbeving Syrië en Turkije: veel bereikt, maar nog grote uitdagingen

15 oktober 2023

Grote delen van Turkije en Syrië werden een half jaar geleden getroffen door een aardbeving met ongekende verwoesting tot gevolg. De ramp heeft meer dan 57.000 levens geëist en miljoenen inwoners van het gebied raakten in één klap alles kwijt. Giro555 kwam in actie en het Nederlandse volk doneerde gul. De noodhulp experts van Cordaid zijn samen met de lokale partnerorganisaties aan de slag gegaan om de hulpverlening op touw te zetten. Hoe gaat het nu in het rampgebied?

Yasmine (links) en haar kinderen. Beeld: Cordaid

In beide landen heeft Cordaid de afgelopen maanden gezorgd voor onderdak, kleding, voedsel, hygiëne pakketten, financiële steun en psychosociale hulp. Aan weerskanten van de grens wonen veel families echter nog altijd in tenten of geïmproviseerde opvanglocaties, in afwachting van het herstel van hun woning.

“Oorlog is nu niet meer het zwaarste wat mijn familie heeft moeten meemaken de laatste jaren”, verzucht Yasmine. De Syrische moeder van drie heeft Latakia moeten ontvluchten om onderdak te zoeken in Homs, een stad die al grotendeels in puin lag door het oorlogsgeweld in haar land. “Het moeilijkste is dat wij steeds weer ons leven moeten riskeren. Dat we ons wéér moeten verplaatsen en dat ik geen controle heb over mijn leven en dat van mijn kinderen.”

Trauma op trauma
De onderliggende tragiek van een ramp als deze is dat veel slachtoffers al worstelden met grote uitdagingen in hun leven. Yasmine was van huis weggelopen vanwege een liefde die om religieuze redenen niet kon rekenen op de goedkeuring van haar ouders. Later werd zij door haar man verlaten en zonder financiële steun van haar familie stond het water haar direct aan de lippen. Meerdere keren moest zij vluchten en na de aardbeving belandde ze met haar kinderen in een kleine kamer in een verlaten en onveilige wijk in Homs.

Cordaids Syrische zusterorganisatie steunt Yasmine en haar kinderen met maaltijden en essentiële goederen als matrassen en hygiëneproducten. De hulpverleners houden regelmatig contact met haar en bieden ook therapeutische sessies aan om het gezin te helpen omgaan met de vele traumas.

Het verhaal van Yasmine is er een van vele. Ook in het relatief veilige Turkije komen de schrijnende getuigenissen vaak van Syrische vluchtelingen die na de aardbeving van een uiterst moeilijke in een haast onmogelijke situatie terecht zijn gekomen.
Dilşad Turan van SEVKAR, een Turkse partnerorganisatie van Cordaid, leidt een hulpprogramma in de zwaar getroffen regio Hatay. Ze is gevestigd in Istanbul en bezoekt regelmatig het rampgebied. “Direct na de aardbeving was de situatie in Hatay verschrikkelijk”, vertelt Dilşad. “Een maand later hadden sommige gebieden weer toegang tot elektriciteit, maar het gebrek aan water bleef een groot probleem. Nog steeds. Veel van de ondergrondse leidingen zijn gerepareerd, maar mensen kunnen niet altijd rekenen op veilig drinkwater.

Ook het extreme weer is een uitdaging. Soms hebben we te maken met 45 of zelfs 50 graden. Kun je je voorstellen? En door de onbetrouwbare stroomvoorziening kunnen mensen hun ventilatoren en airconditioning niet gebruiken. Ook bij ons op kantoor werkt het vaak niet.”

latrine geleverd en geplaatst door Cordaids Turkse partner SEVKAR bij een tentenkamp voor aardbevingsslachtoffers in Hatay. Beeld: SEVKAR

Spanningen in Turkije
In Hatay zijn er de zogenaamde formele gebieden, waar de overheid grootschalige hulp verleent, en informele nederzettingen die vooral bewoond worden door Syrische vluchtelingen.

Dilşad: “Daarin vind je mensen in de moeilijkste omstandigheden en dat is waarom wij onze activiteiten vooral op die plekken richten. De overheid dwingt mensen om naar de formele locaties te verhuizen, maar velen willen daar niet heen. In de eerste plaats maakten ze zich zorgen over de haat die ze tegen konden komen van de Turkse bevolking. Zelfs wij als hulpverleners worden geconfronteerd met agressie en xenofobie omdat we Syrische vluchtelingen steunen. Nu hebben ze ook veel andere zorgen. De containers zijn te klein voor een heel gezin en ze voelen zich niet veilig in de gezamenlijke ruimtes. We horen ook van mensen dat er niet genoeg latrines en douches zijn in de formele nederzettingen.

Dilşad Turan van Cordaids Turkse partner SEVKAR in het rampgebied in Hatay. Beeld: SEVKAR

Maar de informele gebieden zijn ook niet per definitie veilig. Vooral voor kinderen. Zo was er een geval waarbij een kind verdronk in een gat in de grond gevuld met water. Mensen leven tussen het puin van het ingestorte gebouw, wat allerlei bedreigingen voor hun gezondheid met zich meebrengt. Maar ook in de formele gebieden worden kinderen met verwaarlozing geconfronteerd. De containerdorpen zijn vooral gericht op het bieden van onderdak. Kindvriendelijke plekken zul je daar niet veel vinden.”

Terug naar school
“Onderwijs is een ander probleem”, vervolgt Dilşad. “Sinds de aardbeving is het onderwijssysteem in Hatay vrijwel volledig tot stilstand gekomen. Veel van de scholen die weer open zijn kunnen geen goed onderwijs meer bieden. Daarom zullen we in de volgende fase van het project ook schoolspullen voor kinderen gaan distribueren.”

Ook over de grens, in Noord-Syrië, geven de partnerorganisaties van Cordaid tijdens hun activiteiten vaak prioriteit aan het welzijn van kinderen. Net als miljoenen andere Syrische kinderen waren de 12-jarige Salwa en de 11-jarige Mahmoud al overlevenden van een verwoestende oorlog, lang voordat de aardbeving hun huizen in puin legde.

Op de vlucht voor het geweld vestigden hun families zich in een dorp aan de Turkse grens, vlakbij het epicentrum. Salwa herinnert zich het moment waarop het noodlot toesloeg nog levendig. “Ons huis trilde heel hevig en ik viel op de grond”, vertelt ze. “Een grote kast stond op het punt van omvallen en ik was heel bang dat ik eronder zou komen. We renden het huis uit en ik struikelde omdat de grond zo trilde.”

Mahmoud en zijn familie hebben twee weken in een tent gebivakkeerd tot ze zich veilig genoeg voelden om terug naar huis te gaan. “Ik was bang voor nog een beving. We durfden niet binnen te slapen. We dachten dat het dak zou instorten.”

Salwa en Mahmoud

Met financiering van Cordaid heeft een lokale partner ervoor gezorgd dat 15.651 kinderen in een veilige omgeving de gemiste lesstof konden inhalen.

Voor Salwa is de school ook een toevluchtsoord gebleken, waar zij emotioneel enigszins kon herstellen van een jaar vol traumas. “Het is mijn tweede thuis”, zegt Salwa. “Ik voel me hier veilig. Als ik met mijn klasgenoten ben, kan ik de aardbeving even vergeten.”

Sinds hij weer naar school gaat durft ook Mahmoud zijn blik weer op de toekomst te richten. “Mijn favoriete vak is wiskunde. Als ik groot ben, wil ik ingenieur worden, zodat ik de huizen kan herbouwen die door aardbeving zijn verwoest.”

Hoewel de getroffen gebieden nu nog zuchten onder de zinderende hitte, maken veel mensen zich al grote zorgen om de naderende winter. Samen met de lokale zusterorganisaties zal Cordaid zorgen voor essentiële goederen om te kunnen overleven in de winter. In beide landen gaan de hulpverleners door met financiële steun en psychosociale hulp en zullen zij huizen, scholen, watersystemen en gezondheidscentra herstellen.

De samenwerkende hulporganisaties achter Giro555:

Bij uitzonderlijke rampen slaan de 10 samenwerkende hulporganisaties de handen ineen onder de naam Giro555. Zij vragen heel Nederland zich aan te sluiten om geld in te zamelen voor hulp aan slachtoffers. Want samen redden we meer levens. Meer informatie