Hoogleraar: ‘We zijn nu nog sneller ter plaatse’

“We zijn echt goed geworden in de eerste respons op een ramp. Sinds de tsunami van 2004 is de wereld nóg beter geworden om binnen 24 uur te reageren als zich een grote ramp voordoet.” Hoogleraar Humanitaire Hulp en Wederopbouw Thea Hilhorst kijkt terug op de veranderingen van de afgelopen tien jaar.

De internationale gemeenschap heeft veel geleerd van de tsunami  van 2004. Veranderingen in de organisatie van noodhulp maken dat we sneller en adequater kunnen reageren op een ramp.  Hilhorst: “In de media wordt wel eens ongeduldig geroepen dat hulp traag tot stand komt maar dan onderschatten ze de complexiteit van de logistiek in zo’n situatie, vooral waar hulp ingewikkeld is of controversieel. Bijvoorbeeld in Syrië waar de overheid onze hulp niet wil.”

Hilhorst noemt digitalisering een belangrijke reden waarom noodhulp sneller op gang komt. Maar ook in de organisatie en coördinatie van de internationale noodhulp zijn sinds de tsunami flinke stappen genomen. “Voorheen zat iedereen rond de tafel mee te vergaderen, of het nu over drinkwater of infrastructuur ging. Sinds de internationale noodhulp in thema’s  is verdeeld, gaat het efficiënter.  De ene afdeling praat over water, de ander over gezondheidszorg, huisvesting of onderwijs. Er zitten dus minder mensen rond de tafel.

Volgens Hilhorst kan de VN scherper reageren omdat deze meer zeggenschap heeft gekregen na de tsunami. In elk land wordt bovendien meteen een lokale coördinator gezocht, bijvoorbeeld een minister. Ook de oprichting van het  Central Emergency Response Fund (CERF) waarin regeringen geld storten, is belangrijk geweest. Omdat het fonds meteen aangewend kan worden bij een ramp kan noodhulp voorgefinancierd worden en is hulp snel ter plekke.

Ook wordt gekeken hoe we rampen kunnen voorkomen. Bij de wederopbouw in de Filippijnen wordt geïnvesteerd in sterkere huizen en wordt het land weerbaarder gemaakt tegen natuurrampen.  Tijdens een werkbezoek verwees minister Ploumen naar de verbeterde organisatie: “In samenwerking met organisaties als de Wereldbank worden de hulpactiviteiten zo goed mogelijk gecoördineerd om efficiënter op te treden.”

Foto: Cordaid Mensen in Nood