Inwoners Sulawesi vertellen over hulp die zij ontvangen
23 januari 2019Op Sulawesi werd de afgelopen maanden volop hulp verleend aan slachtoffers van de aardbevingen en tsunami. Hieronder vertellen slachtoffers wat zij hebben meegemaakt en welke hulp zij dankzij de Giro555-actie hebben ontvangen. Ook is in een aantal filmpjes te zien welke hulp de organisaties achter Giro555 bieden. Weer weten? Check dan ook het overzicht met een aantal resultaten die tot nu toe met Giro555-geld zijn bereikt.
Schoon drinkwater dankzij micro-organismen
Hairah (28), moeder van twee kinderen, verloor bij de tsunami haar huis en meerdere familieleden. Hairah woont met haar gezin in een kamp, met 139 andere gezinnen. In het begin moest ze iedere dag ver lopen, berg op en berg af, om aan drinkwater te komen. Een week na de aardbeving startte Oxfam Novib in dit kamp een project voor schoon drinkwater. Met een SkyHadrant-installatie wordt van grondwater veilig drinkwater gemaakt. Dit gebeurt zonder chemische middelen en zonder elektriciteit, maar met micro-organismes: onschadelijke bacteriën die het water zuiveren. “In het begin moest ik uren lopen met zware jerrycans. Er was nauwelijks water te vinden”, vertelt Haira. “Ik ben blij dat ik nu hier, in het kamp, schoon water kan halen.” Oxfam heeft zes SkyHadrant-installaties die rouleren tussen verschillende kampen. De installatie kan per uur 1.200 liter schoon drinkwater produceren. Ieder kamp gebruikt de installatie twee uur lang. Daarna wordt deze verplaatst naar een ander kamp, zodat zoveel mogelijk mensen geholpen worden. Bekijk ook het filmpje waarin te zien is hoe Oxfam voor schoon drinkwater zorgt. (Foto: Hariandi Hafid/OxfamAUS)
Hulp per motorfiets
Norma (43) volgde een training in de stad Palu toen ze opeens een enorme schok voelde. Zo snel als ze kon is ze het gebouw uit gerend. Eenmaal buiten zag ze huizen instorten en mensen in paniek rondrennen. Terug in haar dorp, Boladangko, bleek haar huis verwoest. Ze woont nu in een kamp, waar Plan International hulpgoederen uitdeelt. “Dat is niet makkelijk”, vertelt Norma. “Het kamp is niet per auto bereikbaar, laat staan met een vrachtwagen. De weg erheen is daar veel te smal en te slecht voor. Ik heb gehoord dat PLAN International helikopters heeft gebruikt om hulpgoederen naar dit gebied te brengen, en motorfietsen huurde om de goederen vervolgens naar ons kamp te brengen (zie filmpje hieronder). Dankzij die hulp hebben we nu wel tijdelijk onderdak dat ons beschermt, zodat we ‘s nachts veilig kunnen slapen. Ook hebben we hygiëne pakketten ontvangen, zodat we onszelf kunnen wassen en verzorgen. Toch maak ik me nog wel zorgen, want ik heb gehoord dat deze plek kwetsbaar is voor naschokken. Ik hoop eigenlijk dat we binnenkort naar een locatie gaan waar de kans op naschokken klein is. Dat is alleen wel lastig, want ook op veel andere plekken in Centraal Sulawesi bestaat het risico op naschokken.”
Weer naar school
Aril (11) woont met zijn moeder en vier jongere broers en zussen in een tent, omdat ook hun huis is verwoest door de aardbeving en tsunami. Volgens zijn moeder heeft Aril voor de aardbeving bijna nooit een dag op school gemist. “Hij was ijverig en hield erg van leren.” De aardbeving beschadigde zijn school. “Ik kan er niet meer heen”, vertelt Aril. Aril is een van de duizenden kinderen die geen les meer kunnen krijgen in hun schoolgebouw. Deze kinderen volgen nu noodonderwijs in een schooltent. Het is belangrijk dat kinderen zo snel mogelijk na een ramp weer les krijgen. School is een veilige plek, waar kinderen weer even onbezorgd kunnen spelen en leren. Het voorkomt dat kinderen op straat spelen en kwetsbaar zijn voor geweld, misbruik en uitbuiting. Aril’s dag in de schooltent ziet er als volgt uit: de juf of meester vertelt een verhaal, daarna kunnen de kinderen tekenen en kleuren, en deelnemen aan sport- en spelactiviteiten. UNICEF zorgt samen met de regering en partners ervoor dat kinderen noodonderwijs kunnen volgen. UNICEF heeft 450 schooltenten opgezet (elk met twee klaslokalen), waarvan 41 met Giro555-geld, en 49 recreatiekits uitgedeeld om sport- en spelactiviteiten te ondersteunen. Kijk hoe ook Sophia onderwijs volgt in een schooltent:
Een grote tank met schoon drinkwater
Mevrouw Halimah woont in het dorp Bone Oge, in Donggala. De aardbeving heeft haar huis volledig verwoest en Halimah moest met haar kinderen naar een nabijgelegen kamp verhuizen. Zij en haar kinderen wonen nu al meer dan drie maanden in een tijdelijk onderkomen. Doordat een groot deel van de infrastructuur door de aardbeving is vernietigd, was er geen schoon water om te wassen, te koken of te drinken. Mevrouw Halimah moest ver lopen om schoon water voor haar gezin te halen. Ook waren er in het kamp geen sanitaire voorzieningen. Save the Children heeft latrines in het kamp gebouwd. Deze zijn toegankelijk en geschikt voor zowel volwassenen als voor kinderen. Save the Children installeerde ook een watertank en een waterleidingsysteem zodat mevrouw Halimah en de andere ontheemden die in het kamp wonen, nu toegang hebben tot schoon drinkwater, vlakbij hun onderkomen. Twee keer per week komt er een vrachtwagen met schoon water langs om de tank te vullen. Save the Children heeft er ook voor gezorgd dat de lokale waterdistributiedienst zorgdraagt voor deze waterlevering. [Foto: Muhammad Zamroni, medewerker Save the Children].
De ramp verwerken
Rosna (op de rug gezien op de foto) zat samen met haar 3-jarige zusje televisie te kijken en haar broertjes speelden lekker buiten, toen het hele huis plotseling te schudden. Rosna greep haar zusje en wilde naar buiten rennen, maar het geweld was zo heftig, dat ze het niet redden. De twee meisjes werden bedolven onder de stenen muren die instortten. Gelukkig kon hun moeder, die in de keuken bezig was, hen onder het puin vandaan trekken. Het huis is echter verwoest en het gezin woont nu in een kamp met tijdelijke onderkomens. Rosna is getraumatiseerd. Bij iedere naschok, hoe klein ook, kruipt ze van angst in elkaar. Juanda is een vrijwilliger in een kindvriendelijke opvangplek in het kamp. Zij ziet dat Rosna anders reageert dan andere kinderen. Rosna is vaak humeurig en niet zo opgewekt als de anderen. In een driedaagse training heeft Juanda de psychosociale basisprincipes geleerd en hoe ze het beste met getraumatiseerde kinderen kan omgaan. “Ik merkte dat Rosna heel terughoudend was om over haar ervaringen te praten. Na de training kon ik beter met haar in gesprek en haar de veilige plek bieden die ze nodig heeft. Nu gaat het steeds beter met Rosna. Ze voelt dat ze er niet alleen voorstaat.” Psychosociale steun is een vorm van noodhulp die kinderen nodig hebben om na een ramp hun ervaringen te kunnen verwerken. World Vision Indonesië heeft in 24 dorpen kindvriendelijke opvangplekken ingericht en bijna 5000 kinderen zijn betrokken bij de activiteiten die daar plaatsvinden. Bekijk hier hoe blij kinderen zijn met de kindvriendelijke opvankplekken.
Fira, zelf slachtoffer, helpt anderen
Bij de aardbeving op Sulawesi verloor Fira haar man en haar vijfjarige zoontje. Ondanks haar eigen verdriet gaat ze dagelijks naar de grote moskee in Palu. Op het terrein van de moskee verblijven 1600 mensen in een tentenkamp (zie foto). In dit kamp is een speciale ruimte voor vrouwen ingericht. “Een kamp is voor vrouwen een onveilige en onhygiënische omgeving. Mensen wonen met de hele familie in een kleine tent, waar geen privacy is. Er is gebrek aan schoon drinkwater en er zijn hier maar tien toiletten, die ook nog eens niet op slot kunnen. Vrouwen hebben een grote kans om ziek te worden of slachtoffer van (seksueel) geweld.” Fira wil zich graag inzetten om anderen te helpen. Ze werkt als vrijwilliger in de vrouwvriendelijke ruimte waar CARE, een van de hulporganisaties achter Giro555, hulp biedt. Fira ondersteunt vrouwen die naar de vrouwvriendelijke ruimte komen om bijvoorbeeld misbruik te melden, maar ze gaat ook actief tenten langs om met vrouwen te praten. Fira is blij dat CARE specifiek hulp biedt aan vrouwen. Zo deelt CARE matrassen, dekens, water en hygiënepakketten met onder meer maandverband uit. Vrouwelijke hulpverleners van CARE gaan in gesprek met vrouwen en meisjes om een goed beeld te krijgen van hun noden.
Van overleven naar léven
Te midden van de puinhopen van de aardbeving en tsunami proberen mensen de brokstukken van hun leven weer op te pakken. Zoals Eni (32). Haar gezin overleefde de ramp, maar verloor alles.
“Het is niet makkelijk om opnieuw te beginnen” zegt Eni zacht. De spijlen van haar bed en een paar kledingstukken is het enige wat overbleef na de ramp. “We hebben niets meer. Ook van ons boerenbedrijf is niets meer over. We kunnen op dit moment geen geld verdienen, maar ik heb hoop voor de toekomst. We gaan ons bedrijf weer opbouwen. Mijn dochter is mijn drijfveer. Ik wil niets liever dan dat ze opgroeit in een echt huis, met een dak boven haar hoofd.” Eni en haar gezin hebben nu een tijdelijk onderdak, gemaakt van bouwplaten en dekzeilen. Direct na de ramp distribueerde het Rode Kruis deze bouwmaterialen, en hielp het de bevolking om de tijdelijke woningen zo te bouwen, dat ze zo veel mogelijk privacy, waardigheid en veiligheid boden. De zwaar getroffen gemeenschap van Eni krijgt ook geregeld voedselpakketten en nieuwe voorraden schoon drinkwater. “Voor nu kunnen we overleven. Maar ik hoop dat we zo snel mogelijk weer kunnen léven.” Kijk hier hoe Rode Kruis hygienekits uitdeelt en de ontvangers uitlegt hoe ze de items die daarin zitten, kunnen gebruiken.
‘We zijn blij dat we nog leven’
Op 28 september verdween niet alleen het huis van Henny, maar haar hele dorp in de modderstroom die ontstond na de aardbeving. Henny woont met haar gezin in een kamp vlakbij haar dorp, waar in totaal 187 gezinnen tijdelijk onderdak hebben gevonden. Voor de aardbeving werkte Henny als hoofd van de Gemeentelijke Basisadministratie. Vanwege haar ervaring is ze coördinator in het kamp. Ze coördineert er alle activiteiten en hulpverlening. Henny was ook boerin en had een kleine voedingswinkel aan huis. “Dat is allemaal verdwenen, maar we zijn blij dat we nog leven.” Via een lokale partnerorganisatie helpt ICCO & Kerk in Actie Henny en andere getroffenen uit haar dorp. Direct na de ramp deelde ICCO & Kerk in Actie water uit en inmiddels is er een grote watertank geplaatst die dagelijks wordt gevuld. Ook zijn pakketten uitgedeeld met jerrycans, tentzeilen, matrassen, muskieten netten en lampen op zonne-energie. [Foto: CWS]
Waar moet ik beginnen?
“Kort na de ramp was ik totaal in de war”, vertelt Ramlah. “Waar moest ik beginnen om hulp te bieden? Gelukkig vroeg iemand mij of ik me als sociaal werker nuttig wilde maken.” Ramlah’s bezorgdheid om de mensen om zich heen is niet aflatend. Ze leeft van de landbouw en werkt daarnaast als maatschappelijk werker. De aardbeving die ook haar dorp trof, heeft de lokale economie volkomen verwoest. Gedreven door medeleven met de slachtoffers en overlevenden zet Ramlah zich nu in om de lokale markten weer nieuw leven in te blazen. Vanwege haar bekendheid en sympathie in de gemeenschap bleek zij in staat om te bemiddelen tussen handelaren van schaarse goederen, zoals benzine, en de mensen die daar grote behoefte aan hebben. Dankzij haar kennis van de gemeenschap bleek Ramlah ook uitermate waardevol voor het noodhulpteam dat Cordaid ondersteunt en werkt ze mee aan de distributie van de hulpgoederen door Cordaid, zoals rijst, voedsel- en hygiëne pakketten. [Foto: Martin Dody ERCB]