Farouk: “Het voelde alsof de wereld verging”
10 augustus 2020Farouk en zijn gezin overleefden de explosie door een wonder! Nu helpen zij zelf de slachtoffers.
Farouk woont met zijn gezin in Chekka, een dorp op 65 kilometer afstand van Beiroet. Hij was met zijn vrouw en dochter Tala (16) in Beiroet op het moment van de explosie.
Aan het eind van de middag stonden ze met hun auto op de parkeerplaats in het centrum, vlakbij het havengebied waar de explosie plaatsvond. Ze wilden bijna vertrekken om naar hun woonplaats terug te rijden, maar genoten nog even van het uitzicht op het stadscentrum en de haven.
Enorme explosie
Mijn dochter Tala zei nog: “Wat is Beiroet toch mooi” herinnert Farouk zich. Tala draaide het raam van de auto naar beneden voor een beter uitzicht op de stad. Farouk opende zijn deur om nog een laatste keer zijn benen te strekken voor ze aan de tocht huiswaarts begonnen.
Toen was daar de enorme explosie. “De explosie slingerde me twee meter de lucht in. Het voelde alsof de wereld verging” vertelt Farouk, zichtbaar aangeslagen.
Overleefd
“Ik ben zo dankbaar dat mijn gezin en ik het hebben overleefd. Het is echt een wonder. Andere mensen in de auto’s om ons heen zaten onder het bloed, ze zijn allemaal overleden. Hun autoramen waren dicht, door de explosie en de glasscherven hebben zij het niet overleefd.”
Farouk had geen andere keus dan het hele stuk terug naar Chekka te rijden, met zijn zwaar beschadigde auto.Met kapotte ramen en uitgevouwen airbags kwamen ze uiteindelijk in hun woonplaats aan. Gewond, maar in leven.
Libanese pannenkoeken
Sinds donderdag gaat Farouk elke dag met zijn dochter Tala en veertig andere mensen uit hun dorp naar Beirut om de slachtoffers van de explosie te helpen. “We nemen boterhammen en manakishs (Libanese pannenkoeken met tijm of kaas) mee, deze delen we uit aan mensen in de meest getroffen delen van de stad” licht hij toe.
Farouk: “We zullen elke dag naar Beiroet komen, om te helpen met de beperkte middelen die we zelf hebben. Dat is het minste wat we kunnen doen.”
Foto: Milad Ayoub/CARE