Naar school in Mogadishu
18 augustus 2011Bijna honderd Somalische kinderen bladeren gretig door hun boeken. Ze gaan alleen niet zo meteen een stripverhaal lezen, maar sommen maken en schrijfoefeningen doen. Leren is leuk in Somalië.
“Op deze school zitten tweehonderd leerlingen,” zegt Mohamed Mohamud Osman. Hij is onderwijzer op de Wabari-school in opvangkamp Siligga in de Somalische hoofdstad Mogadishu. “Honderd kinderen komen ’s morgens naar school en de rest ’s middags.”
Honderdduizenden nieuwe leerlingen
De meeste leerlingen wonen al bijna een jaar in kamp Siligga. Ze zijn gevlucht voor de gevechten in hun dorpen. Sinds september vorig jaar telt Mogadishu 155 scholen voor ontheemde kinderen. Dat lijkt heel wat, maar ze kunnen het aantal leerlingen niet meer aan. Door de huidige crisis in de Hoorn van Afrika komen elke dag honderdduizenden nieuwe kinderen in de opvangkampen aan en die moeten allemaal naar school.
Vlak na aankomst in de kampen is onderwijs wel het laatste waar hun ouders aan denken. Veel kinderen die in de kampen arriveren zijn ernstig ondervoed en moeten eerst aansterken. Maar na een paar maanden zijn ze gezond genoeg om naar school te gaan. Alleen, voor al deze kinderen is niet genoeg plek. “We moeten daarom zorgen voor nog meer klaslokalen én meer onderwijzers,” zegt Lisa Doherty van UNICEF Somalië.
Aangezien in Zuid- en Centraal-Somalië ongeveer 1,8 miljoen kinderen tussen de 5 en 17 jaar niet naar school gaan, is het ook op de lange duur belangrijk dat de mogelijkheden voor het volgen van onderwijs worden verruimd. Geschoolde kinderen kunnen namelijk bijdragen aan een stabieler en welvarender Somalië.
Financieringstekort
UNICEF en haar partners intensiveren hun hulp op het gebied van onderwijs, maar hebben daarvoor wel ruim 20 miljoen dollar nodig. Het financieringstekort in het onderwijs is het hoogste van de afgelopen vier jaar. De hulporganisaties willen zorgen voor klaslokalen in opvangkampen en in dorpen. Deze scholen moeten ook worden voorzien van schoon water, wc’s en lesmaterialen voor 435.000 kinderen.